ECLI:NL:RBDHA:2022:9232
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor het plaatsen van een omkasting om een airco-unit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een omkasting om een airco-unit op het dak van een condoleancegebouw bij een begraafplaats. Eiseres, een omwonende, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, dat op 4 november 2019 de omgevingsvergunning had verleend. Eiseres stelde dat de plaatsing van de omkasting in strijd was met gemaakte afspraken over het groen rondom het gebouw en dat de gemeente herhaaldelijk zonder vergunning had gebouwd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de vergunning terecht heeft verleend, omdat de aanvraag voldeed aan de eisen van het Bouwbesluit, de Bouwverordening en het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelde dat het college zich mocht baseren op het positieve advies van de welstandscommissie, en dat er geen redenen waren om de omgevingsvergunning te weigeren. Eiseres had geen deskundig tegenadvies overgelegd om haar standpunt te onderbouwen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres ongegrond was en dat het college de omgevingsvergunning terecht had verleend. Eiseres kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.