ECLI:NL:RBDHA:2022:923
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op WIA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Karkache, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door M.L. Steeksma-Valente. Eiseres had een WIA-uitkering ontvangen, maar deze werd per 7 april 2020 stopgezet op basis van een beoordeling die concludeerde dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat haar medische beperkingen niet correct waren beoordeeld en dat de geduide functies niet passend waren gezien haar opleidingsniveau en beheersing van de Nederlandse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hebben gerapporteerd en dat de conclusies logisch voortvloeien uit de onderzoeksbevindingen. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat er meer beperkingen waren dan in de rapportages zijn vastgesteld. De rechtbank heeft ook overwogen dat de geduide functies passen binnen het belastbaarheidsprofiel van eiseres en dat er geen onoverkomelijke belemmeringen waren voor haar om deze functies te vervullen. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft beslist dat eiseres geen recht meer heeft op een WIA-uitkering met ingang van 7 april 2020.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 1 februari 2022, en het beroep van eiseres is ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.