Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 september 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Zuid-Soedanese nationaliteit hebbende, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat België verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag, gezien het feit dat de eiser eerder in België asiel heeft aangevraagd. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 25 augustus 2022 de zaak behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank overweegt dat de eiser zijn asielaanvraag in Nederland heeft ingediend na het verlaten van de opvang in België, uit angst voor een overdracht naar Malta. De eiser heeft aangevoerd dat hij geen opvang meer kon krijgen in België en dat hij vreest voor zijn medische zorg daar. De rechtbank heeft vastgesteld dat België verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat er geen beletselen zijn voor overdracht aan België.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de eiser niet voldoende heeft aangetoond dat de asielprocedure of de opvangvoorzieningen in België zodanige tekortkomingen vertonen dat overdracht zou leiden tot een schending van zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen en heeft het beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen proceskosten vergoedingen toegewezen.