ECLI:NL:RBDHA:2022:9213

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
14 september 2022
Zaaknummer
09/035576-22
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en seksuele uitbuiting van een minderjarige, veroordeeld tot gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 14 september 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en seksuele uitbuiting van een 15-jarig meisje. De verdachte, geboren in 2003, werd ervan beschuldigd de aangeefster, die nog niet de leeftijd van 18 jaar had bereikt, te hebben gedwongen tot prostitutie. De inhoudelijke behandeling vond plaats op 31 augustus 2022, na eerdere aanhoudingen wegens ziekte van de verdachte. De officier van justitie, mr. N. Achahbar, vorderde bewezenverklaring van de tenlastelegging, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. T. Kahya-Ekinci, vrijspraak bepleitte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte via Snapchat contact had opgenomen met de aangeefster en haar had aangespoord om seksuele handelingen te verrichten voor geld. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de aangeefster voldoende werden ondersteund door ander bewijs, waaronder getuigenverklaringen en technische gegevens van de telefoon van de verdachte. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel, zoals omschreven in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank oordeelde dat de verdachte ernstige schade had toegebracht aan de aangeefster en dat zijn handelen niet alleen zijn eigen gewin diende, maar ook de integriteit en vrijheid van het slachtoffer in gevaar bracht. De verdachte werd ook veroordeeld tot een geldboete van €500,00 ten behoeve van de aangeefster.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/035576-22
Datum uitspraak: 14 september 2022
Tegenspraak (art. 279 lid 2 Sv.)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2003,
[adres ] ,

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De inhoudelijke behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 31 augustus 2022. Aan deze terechtzitting ging de terechtzitting op 8 augustus 2022 vooraf. De onderhavige strafzaak werd toen aangehouden omdat de verdachte was verhinderd ter terechtzitting te verschijnen wegens ziekte.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. N. Achahbar en van wat door de raadsvrouw mr. T. Kahya-Ekinci (uitdrukkelijk gemachtigd door de verdachte) naar voren is gebracht op de terechtzitting van 31 augustus 2022. De verdachte is op die terechtzitting opnieuw niet verschenen.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2021 tot en met 10 augustus 2021 te Leidschendam en/of Rotterdam en/of elders in Nederland, [aangever] (geboren [geboortedatum] 2006), terwijl die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling dan wel ten aanzien van die ander/anderen enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die ander zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die seksuele handelingen (sub 5) en/of
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [aangever] , met of voor een derde tegen betaling (sub 8),
immers heeft hij, verdachte:
- via een snapchat account met de [naam] contact opgenomen met die [aangever] en/of
- tegen die [aangever] gezegd: ‘Ga je geld voor mij maken?’ althans woorden van gelijke aard of strekking en/of tegen die [aangever] gezegd dat zij seks moest hebben met jongens en/of druk op die [aangever] gezet om seks te hebben met jongens en/of
- tegen die [aangever] gezegd dat zij (naakt)foto’s naar hem moest sturen ten behoeve van een Premium account en/of
- tegen die [aangever] gezegd wat voor geldbedrag zij aan klanten moest vragen voor de seksuele handelingen en/of
- het verdiende geld van die [aangever] afgenomen/door haar laten afstaan.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Voor zover van belang zal de rechtbank hierna nader ingaan op hetgeen de officier van justitie hiertoe heeft gesteld.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft namens de verdachte vrijspraak van het ten laste gelegde feit bepleit. De raadsvrouw heeft daartoe gesteld dat de verklaring van aangeefster onvoldoende wordt ondersteund door ander bewijsmateriaal. Voor zover van belang zal de rechtbank hierna nader ingaan op hetgeen de raadsvrouw hiertoe nader heeft gesteld.
3.3.
Gebruikte bewijsmiddelen [1]
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [aangever] , opgemaakt op 20 augustus 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 147-165):
A: Volgens mij was het begonnen toen ik een Snap-account had en hij mij ging voegen. Hij heeft een account gemaakt met een meisjesnaam. En toen gingen we praten, maar toen zag ik aan die gesprekken dat hij een jongen was. En toen zei ik tegen hem: ‘Voeg mij gewoon even jouw normale account.’ Dus hij heeft mij op zijn normale account gevoegd. En toen zei hij: ‘Gaan we afspreken.’ Toen zei ik: ‘Ik mag niet naar buiten.’ Toen zei hij: ‘Op welke school zit je enzo.’ Dus ik had gezegd welke school. Hij zei dat hij het daar kende en dan konden we de volgende dag afspreken. Toen had ik hem gezien, maar die docenten zagen mij, dat ik naar beneden liep. Ze vroegen mij: ‘Waar ga je heen enzo.’ Toen had ik niet gereageerd en gingen zij achter mij aan en tegenhouden voordat ik bij de tramhalte was. Toen kwam hij uit de tram en ik deed zo van ‘ga weg’. En toen ging hij voor mijn school staan. Ik ging gewoon vijf minuten daar wachten en toen ging ik daar naar lopen, maar die vrouw kwam achter mij aan. En toen heb ik tegen hem gezegd: ‘Ga maar gewoon weg, we gaan wel een andere dag afspreken.’
V: Zijn naam? A: [verdachte] . V: Is het een Nederlander? A: Nee, hij is gewoon Marokkaan. Hij is wel geboren in Nederland.
En toen een paar dagen later ging ik van huis lopen. Ik was boos en ik ging naar hem toe. Ik ging naar Rotterdam Centraal. Hij kwam naar mij toe. We gingen naar een flat.
Die dag, dat ik op school ging afspreken met hem, ging ik hem geld geven. Dat was driehonderd euro. En toen ik was weggelopen van huis, toen heb ik hem tweehonderd euro gegeven.
Toen ik de eerste keer met hem had afgesproken hebben we daarna afspraken gemaakt, dat als ze me nog een keer naar hem toe zouden zien lopen, ze niet achter me aan zouden komen. Toen ben ik snel naar hem gelopen en heb ik hem dat gegeven. Hun zagen dat ik die geld had gegeven. Uiteindelijk heb ik wel gezegd dat ik die geld heb gegeven en heb ik gewoon alles gezegd. Ook het hele verhaal. V: Die leraren waar je het over had. Weet je nog hoe die heten? A: Ja, [collega] en [naam] .
V: Je vertelde dat hij in eerste instantie contact met je opnam in Snapchat. Weet je hoe dat account heette? A: [aangever] schrijft de naam van het account op: [naam] .
A: Ik zei: ‘Snap mij voortaan gewoon via daar, van je gewone account.’ V: En zijn Snapchat-account, stond dat op dat briefje, wat je vorige keer hebt gegeven? A: Ja, dat stond daarop. O: Op dat briefje stond: [naam] .
V: Welke school zat je toen? A: Ik zat in Den Haag. Dat is niet echt een school, maar zo’n behandel-ding zeg maar. [naam] . V: Wat had jij tegen hem gezegd over jouw leeftijd? A: Ik had gewoon gezegd dat ik vijftien was. Hij weet dat ik vijftien ben. V: Heeft hij ook zijn leeftijd gezegd? A: Ja, hij is eenentwintig of tweeëntwintig.
V: Uiteindelijk ben je niet lang daarna in [naam] terechtgekomen. A: Ja, ongeveer twee of drie dagen daarna. V: Hoelang zat je al in [naam] toen je weer contact met hem had? A: Twee weken, denk ik. V: Hoe ging dat? A: Dat meisje heeft dat meer geregeld. Zij zei van zullen we weglopen. Iedereen was ergens anders en niemand zag ons en toen gingen wij via de poort wegrennen. Toen is zij in mijn account gegaan en toen hebben we gezegd dat we naar hem toe zouden komen. Toen heeft hij zijn adres gegeven. V: Dat was dus ook weer via Snapchat? A: Ja, alles is via Snapchat. V: Het adres dat je hebt opgeschreven is [adres ] in [plaats] ? A: Ja. V: Toen jullie daar binnenkwamen, hoeveel mensen waren daar toen? A: Alleen hij. Ik heb niks gedaan. Ik heb wel gedoucht. V: Dat meisje met wie jij was weggelopen die avond. Wie was zij? A: Zij was mijn groepsgenoot. [naam] .
Hij wilde die dag geld hebben. Hij vroeg eerst: ‘Ga je geld voor mij maken?’ Ik begreep dat ik het met jongens moest doen. Ik moest seks hebben met jongens. Ik weet niet meer hoe het precies ging, maar eerst zei hij: ‘Ga je het voor mij doen?’ En toen zei ik eerst dat ik dat wel wilde doen, maar op een gegeven moment wilde ik het niet meer. Ik zei toen: ‘Ik wil het niet meer.’ Maar hij ging mij zeg maar de hele tijd, nou ja niet dwingen, maar hij ging me er wel toe pushen.
V: Je vertelde net nog heel kort even tussendoor, dat je hem ook foto’s hebt gestuurd. Wat waren dat voor foto’s? A: Ik had één blote volgens mij. En ik had gewoon met een ding, dat je het niet helemaal zag. V: Je had dus één blote en één niet-blote foto? A: Ja, als het goed is wel. V: Waarom stuurde je die naar hem? A: Omdat hij die op die account wil plaatsen. En als ik het niet ga doen, dan gaat hij weer boos worden enzo. V: Dus hij wilde jouw foto op zijn account plaatsen? A: Ja. V: En daar bedoel je dan dat premium-account mee? A: Ja, op die meisjes-account. V: En dat is dan dat Snapchat-account, wat je hebt opgeschreven? A: Ja, dat meisjesaccount ( [naam] ). V: Wat bedoel je daarmee, premium? A: Ik weet niet zo goed hoe ik dat moet uitleggen. Op die meisjesaccount, foto’s plaatsen van meisjes, zonder gezicht maar met hun lichaam, voor geld, voor een seksdate. Dat is premium.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever [aangever] , opgemaakt op 3 mei 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 317):
V: Nog even terug naar de jongens met wie je seks hebt gehad voor [verdachte] . Je weet in ieder geval dat het twee jongens zijn geweest. Hoeveel hebben ze betaald? A: Ik heb één keer 200 euro gekregen en een andere keer 300 euro. V: Wat moest je daarvoor doen? A: Gewoon seks hebben, neuken, pijpen, dat soort dingen. Bij allebei hetzelfde. Waar heb je seks gehad? A: Alle twee keren was in een auto in Rotterdam. V: Op welke moment heb je de afspraken met de klant gemaakt over wat je zou doen en hoeveel ze moesten betalen? A: Dat was vooraf op Snap. Ik vroeg aan [verdachte] wat ik moest vragen. Daarom was de ene ook duurder dan de ander omdat die langer ging. V: Hoeveel ging er naar [verdachte] ? A: 500 euro, dus alles.
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 12 januari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 38):
Uit navraag in de politiesystemen blijkt dat op [adres ] in [plaats] drie personen GBA staan ingeschreven waaronder: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [plaats] .
4. Het proces-verbaal van bevindingen (uitlezen iPhone 8 [verdachte] ), opgemaakt op 26 april 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 4245):
Algemeen overzicht inhoud telefoon. Aan deze telefoon zijn onder andere de volgende gegevens gekoppeld: Apple ID [adres ] ; simkaart heeft telefoonnummer [nummer] . Het e-mailadres en telefoonnummer zijn gekoppeld aan de bankrekening van [verdachte] bij SNS bank. Gmail accounts, meest gebruikt: [naam] , [naam] , [naam] . In de mailbox trof ik 3 mails ontvangen op 28 oktober 2020 afkomstig van Snapchat. Uit de gegevens van de telefoon blijkt dat deze mails zijn geopend dan wel gelezen. In de mail wordt gevraagd om bevestiging van het toevoegen van e-mailadres [naam] aan het Snapchat-account ‘ [naam] ’. In de notities van de telefoon zag ik: ‘Hey marokkaanse hoofddoekslet uit utrecht 18j voor leuke foto’s en… Summary: sexdates kun je terecht op me snap: [naam] .’ Deze notitie is aangemaakt op 9 april 2020 en aangepast op 16 april 2020.
Whatsapp chat [naam] : Op 8 april 2020 start [verdachte] een chat met [naam] [nummer] welke stopt op 6 oktober 2020:
[verdachte] : “Zeg tegen hem je krijgt dat bij voorproef.”
[verdachte] : “Je moet nooit wat gratis doen €5 voorproef”
[verdachte] : “Zet erbij Sexdates: helft van te voren betalen en de rest mag cash. Voorproef vingerfilmpje €5.”
[naam] : “Hoeveel voor 2 uur Bij hem Vraagt hij”
[verdachte] : “€70 Met anaal €90 Helft vooraf betalen Alles opslaan waar je over praat he”
5. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] (medewerkster [instantie] te Den Haag), opgemaakt op 22 februari 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 134-136):
A: [instantie] is voor jongeren die om een of andere reden niet meer naar school gaan. Het zijn vaak jongeren met psychiatrische problemen of achtergrond. [collega] en ik draaien vooral op een groep met meer internaliserende jongeren die niet meer naar school gaan. Daar geven wij een dagbesteding aan. Dat was ook zo bij [aangever] , zij kwam volgens mij 3-4 dagen in de week naar ons toe in [instantie] . Ze kwam iedere dag met de taxi uit Rotterdam. Ze werd gebracht en gehaald.
V: [aangever] heeft aangifte gedaan bij ons. Dit gaat om seksuele uitbuiting. In de verklaring zegt zij dat de persoon die dat gedaan heeft 1 á 2 keer bij [instantie] is geweest. Kun jij je daar iets van herinneren? A: Ja, allebei die keren wel. Van de eerste keer weet ik dat ik samen met [collega] aan het printen was op de eerste verdieping. Met de groep zaten wij op de tweede verdieping. [aangever] kwam naar boven toe en daarna ging ze naar buiten toe. Dat vertrouwden we niet dus zijn [collega] en ik achter haar aangelopen. Ik heb, denk ik wel een uur achter haar aangelopen. Ze bleef bij de tramhalte staan. Ik dacht: jij moet gewoon niet de tram instappen, dan is alles prima. Er stond een jongen op het perron. Op een gegeven moment liep [aangever] boos weg want die vond het heel vervelend dat ik bij haar stond. En toen liep die jongen er wel achteraan. Zij liep richting de jongen. Het was een buitenlands getinte jongen. Dit is voor de zomervakantie geweest, vorig jaar. De tweede keer was binnen een maand. [aangever] stapte uit de taxi en liep naar binnen toe en daarna weer naar buiten. Ze liep ons, collega’s, voorbij. Wij zeiden: ‘Goedemorgen [aangever] ’, maar zij liep eigenlijk gewoon door. Op een gegeven moment zei [collega] tegen mij: ‘Hè, dat is volgens mij die jongen van de vorige keer’ en ik herkende hem ook. Hij stond op het perron. Wij probeerde [aangever] terug te roepen: ‘Kom maar, de behandeling gaat zo beginnen’, maar ze liep naar hem toe en toen zag ik dat ze iets uit haar bh pakte en aan hem gaf en toen kwam ze vervolgens weer terug. En toen hebben we aan haar gevraagd: ‘Joh, wat geef je die jongen?’ Uiteindelijk kwam eruit dat ze die jongen geld gaf en dat zij seks moest hebben van hem met andere mannen en dat zij al haar geld aan hem moest geven.
6. Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , opgemaakt op 21 oktober 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (p. 131):
Ik ken [aangever] uit de periode dat ik in [naam] [plaats] zat. Begin augustus 2021 wilde [aangever] weglopen om naar [verdachte] te gaan. Ik hoorde van [aangever] dat zij [verdachte] kende via Snap. Ik kende [verdachte] alleen via Snap. Hij vroeg toen om sexy foto’s. De gebruikersnaam is [naam] . We zijn rond 0.00 uur naar [verdachte] gegaan. Ik weet niet meer precies wat het adres was, maar het was bij de [adres] te [plaats] . In de woning ging [aangever] douchen en eten. [verdachte] is een Marokkaanse jongen van 21/22 jaar oud.
3.4.
Bewijsoverwegingen
Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van aangeefster in voldoende mate wordt ondersteund door de andere onder 3.3. genoemde bewijsmiddelen. In de eerste plaats blijkt uit dit ondersteunende bewijs dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning bij de politie, aangeefster wel degelijk kende. Zo heeft aangeefster het adres van de woning van de verdachte, die zij kende bij zijn voornaam, aan de politie gegeven en heeft een kennis van aangeefster bevestigd dat zij en aangeefster in de woning van de verdachte zijn geweest. In de tweede plaats levert het resultaat van het technisch onderzoek naar de inhoud van de telefoon van de verdachte ondersteuning op. Zo blijkt hieruit dat de verdachte gebruik maakte van het door aangeefster genoemde Snapchat-account ‘ [naam] ’ en wijst de aangetroffen notitie erop dat de verdachte dit account gebruikte met het oog op (eventuele) seksuele exploitatie van vrouwen. Verder blijkt dat de verdachte zijn telefoon gebruikte om te communiceren over te hanteren vraagprijzen voor sexdates. Tot slot wijst de rechtbank, voor wat betreft het afstaan van het geld dat aangeefster had verdiend met prostitutie, op de verklaring van aangeefsters behandelaar [getuige 1] . [getuige 1] heeft verklaard dat zij en haar collega zagen hoe aangeefster op twee verschillende dagen in de ten laste gelegde periode contact had met een jongen die naar het [instantie] toe was gekomen. De tweede keer dat deze jongen aangeefster opzocht overhandigde aangeefster hem iets dat zij uit haar bh pakte. Beide keren ging dit contact, zo blijkt uit de verklaring van [getuige 1] , gepaard met ontwijkend/bijzonder gedrag van aangeefster. Ondanks dat aangeefster aanvankelijk niet wilde vertellen wat eraan de hand was heeft zij uiteindelijk aan [getuige 1] verteld dat zij van deze jongen seks moest hebben met andere mannen en dat zij haar door prostitutie verdiende geld bij hem moest inleveren zoals zij die dag had gedaan.
De rechtbank overweegt dat ook het doen afstaan van (naakt)foto’s in dit geval is aan te merken als mensenhandel als bedoeld in artikel 273f lid 1 sub 5 Sr. Uit het dossier volgt immers dat deze foto’s bedoeld waren om middels een ‘premium-account’ op Snapchat seks-dates tegen betaling te regelen.
De rechtbank is met betrekking tot de ten laste gelegde feiten dan ook van oordeel dat deze feiten wettig en overtuigend zijn bewezen.
3.5.
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
hij in de periode van 1 juni 2021 tot en met 10 augustus 2021 te Leidschendam en/of elders in Nederland, [aangever] (geboren 15 maart 2006), terwijl die de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en
- opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van [aangever] , met of voor een derde tegen betaling,
immers heeft hij, verdachte:
- via een snapchat account met de [naam] contact opgenomen met die [aangever] en
- tegen die [aangever] gezegd: ‘Ga je geld voor mij maken?’ en tegen die [aangever] gezegd dat zij seks moest hebben met jongens en druk op die [aangever] gezet om seks te hebben met jongens en
- tegen die [aangever] gezegd dat zij naaktfoto’s naar hem moest sturen ten behoeve van een Premium account en
- tegen die [aangever] gezegd wat voor geldbedrag zij aan klanten moest vragen voor de seksuele handelingen en
- het verdiende geld van die [aangever] door haar laten afstaan.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren onder de bijzondere voorwaarden (zakelijk weergegeven): meldplicht bij de reclassering; ambulante behandeling bij De Waag; ambulante behandeling bij de lachgas-polikliniek van Brijder Jeugd; contactverbod met [aangever] en zinvolle dagbesteding. De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van deze voorwaarden gevorderd.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd: de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor een bedrag van € 500,00 ten behoeve van [aangever] , dan wel een geldboete van € 500,00, subsidiair 10 dagen hechtenis.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft subsidiair een strafmaatverweer gevoerd inhoudende dat rekening dient te worden gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn overige persoonlijke omstandigheden.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking. De verdachte heeft een kwetsbaar licht verstandelijk beperkt 15-jarig meisje voor hem in de prostitutie laten werken. Door op die manier te handelen heeft de verdachte ernstige schade aan haar lichamelijke en geestelijke integriteit en haar persoonlijke vrijheid toegebracht. De verdachte heeft hierbij alleen oog gehad voor zijn eigen persoonlijk gewin.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het (recente) strafblad van de verdachte. Hieruit blijkt niet dat de verdachte zich eerder schuldig heeft gemaakt aan dergelijke misdrijven.
De rechtbank heeft kennisgenomen van een reclasseringsadvies over de verdachte van 12 juli 2022. De reclassering concludeert in haar rapport dat de verdachte geen problemen ervaart op praktisch gebied en adviseert toepassing van het volwassenenstrafrecht. Wel acht de reclassering het zorgelijk dat de verdachte op zo’n jonge leeftijd verdacht wordt van zo’n ernstig feit. De reclassering adviseert (bij een veroordeling) een (deels) voorwaardelijk straf met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling bij De Waag (gericht op denkpatronen en agressie), een contactverbod met het slachtoffer en een zinvolle dagbesteding.
Na het verschijnen van dit reclasseringsrapport is de voorlopige hechtenis van de verdachte geschorst. Aan deze schorsing is onder andere de bijzondere voorwaarde van reclasseringsbegeleiding verbonden. De verdachte heeft zich echter niet gehouden aan de schorsingsvoorwaarden, zo blijkt uit een waarschuwingsbrief van 29 augustus 2022 afkomstig van de reclassering (gericht aan de verdachte). Uit een e-mailbericht met een voortgangsverslag van de reclassering van diezelfde datum blijkt dat de verdachte na zijn schorsing opnieuw met de politie in aanraking is gekomen en dat hij in dat verband een tijdelijk huisverbod opgelegd heeft gekregen. De meldplicht is de verdachte evenmin in voldoende mate nagekomen; de verdachte is slechts op drie van de negen afspraken verschenen. Verder is gebleken dat de verdachte, anders dan waar de reclassering vanuit ging, geen (vast) werk heeft. Tot slot wordt gemeld dat er bij de verdachte sprake is van problematisch gebruik van lachgas en dat de verdachte in dit kader poliklinische behandeling dient te ondergaan bij Brijder Jeugd.
Alles afwegende en rekening houdend met de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting, acht de rechtbank een gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden. De rechtbank zal een deel van die straf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden (met inbegrip van de genoemde poliklinische behandeling), om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor de problematiek van de verdachte en zo de kans op recidive terug te dringen. Voorts zal de rechtbank een geldboete opleggen aan de verdachte ter hoogte van het bedrag dat het slachtoffer aan hem heeft afgestaan. De rechtbank legt vanwege de jeugdige leeftijd van de verdachte een gevangenisstraf van kortere duur op dan door de officier van justitie gevorderd.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon, te weten mensenhandel. Gelet op de hiervoor besproken persoonlijke problematiek van de verdachte is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van art. 14c Sr te stellen voorwaarden en het op grond van art. 14c Sr uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.
De verdachte heeft zoals hiervoor genoemd verschillende schorsingsvoorwaarden overtreden. De rechtbank zal daarom de schorsing van de voorlopige hechtenis opheffen. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte nopen geenszins tot een andere beslissing.

7.De inbeslaggenomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft onttrekking aan het verkeer gevorderd van de op de beslaglijst genoemde telefoon van de verdachte, te weten: een iPhone 8, nu hierop kinderporno is aangetroffen.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van het beslag.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het op de beslaglijst genoemde voorwerp, te weten een iPhone 8, onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van dit voorwerp het bewezenverklaarde feit is begaan of voorbereid en dit voorwerp (gelet op de zich daarop bevindende bestanden) van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 14a, 14b, 14c, 23, 24c, 36b, 36c, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9.De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 5º en 8º omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
6 maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
drie jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
 gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met [aangever] , geboren op [geboortedatum] 2006 te Rotterdam, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
 zich gedurende de proeftijd meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag (tel. 088 – 8041301) op door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zolang deze de reclassering dat noodzakelijk acht;
 zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van De Waag of een soortgelijke zorginstelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen (diagnose, beïnvloeden van denkpatronen en gedrag om agressie en recidive te voorkomen);
 zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van de lachgas-polikliniek van Brijder Jeugd of een soortgelijke zorginstelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen;
 zich gedurende zijn proeftijd onder begeleiding van de reclassering inzet voor het vinden en het behoud van een structurele zinvolle dagbesteding in de vorm van betaald werk of een studie (aan te tonen door middel van een arbeidscontract, loonstroken en/of een inschrijving bij een onderwijsinstelling);
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
 ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
 medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
beveelt dat bovengenoemde voorwaarden en het – op grond van artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht – uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
veroordeelt de verdachte voorts tot:
een geldboete van
€ 500,00;
bepaalt dat de geldboete bij gebreke van betaling en verhaal zal worden vervangen
door hechtenis voor de tijd van 10 dagen;
heft op de schorsing van de voorlopige hechtenis;
verklaart onttrokken aan het verkeer het op de beslaglijst genoemde voorwerp, te weten: iPhone 8.
Dit vonnis is gewezen door
mr. D. Gruijters, voorzitter,
mr. S.E. Postema, rechter,
mr. M.R. Aaron, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Molenaar, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 september 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer BVH [nummer] , onderzoek [naam] , van de politie Eenheid Den Haag, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 306).