ECLI:NL:RBDHA:2022:9192
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 september 2022 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die in bezwaar was gegaan tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp. Het primaire besluit, genomen op 4 juli 2022, verplichtte verzoeker om een illegaal in gebruik genomen strook gemeentelijk grondgebied te ontruimen voor 3 augustus 2022, met een dwangsom van € 500,- per week bij niet-naleving. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening, maar trok dit verzoek in nadat verweerder op 27 juli 2022 had bevestigd dat de begunstigingstermijn werd verlengd tot de beslissing op bezwaar. Verzoeker vroeg vervolgens om vergoeding van de proceskosten, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verzoeker niet voldoende had aangetoond dat hij verweerder had verzocht om de begunstigingstermijn te verlengen voordat hij het verzoek indiende. Hierdoor werd het verzoek om proceskostenvergoeding als kennelijk ongegrond afgewezen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om het griffierecht te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.