ECLI:NL:RBDHA:2022:9182

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 augustus 2022
Publicatiedatum
13 september 2022
Zaaknummer
NL21.17278
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het beroep van eiser, een Ghanese nationaliteit, tegen een aanvullend terugkeerbesluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft al jarenlang onrechtmatig in Nederland verbleven en ontving op 14 september 2021 een aanvullend terugkeerbesluit, waartegen hij op 2 november 2021 beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beroepstermijn van vier weken, die begint na de bekendmaking van het besluit, is overschreden. De bekendmaking vond plaats op 14 september 2021, waardoor de termijn eindigde op 13 oktober 2021. Eiser heeft aangevoerd dat hij pas op 28 oktober 2021 op de hoogte was van het besluit, maar de rechtbank oordeelt dat de informatie van de politie, waaruit blijkt dat eiser op 14 september 2021 mondeling is geïnformeerd, betrouwbaar is. De rechtbank concludeert dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is en komt daarom niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.17278

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , van Ghanese nationaliteit, eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. P. Celikkal),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 14 september 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder aan eiser een aanvullend terugkeerbesluit opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit rechtstreeks beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Beide partijen hebben toestemming gegeven om de zaak buiten zitting af te doen.
De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is geboren op [geboortedag] 1974 en heeft de Ghanese nationaliteit. Eiser verblijft al jarenlang onrechtmatig in Nederland. Op 1 augustus 2013 heeft verweerder aan eiser een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar opgelegd. In het bestreden besluit heeft verweerder een aanvullend terugkeerbesluit genomen. Hierin wordt expliciet aangegeven dat eiser moet terugkeren naar Ghana.
Wat vindt eiser in beroep?
2. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert het volgende aan. Het bestreden besluit is pas op 28 oktober 2021 aan eiser uitgereikt, zodat hij tijdig beroep heeft ingesteld. Verder heeft verweerder het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd, want de gronden ontbreken. Daarnaast is het bestreden besluit niet rechtsgeldig, gelet op het tijdsverloop tussen het oorspronkelijke terugkeerbesluit en het bestreden besluit.
3. Verweerder stelt zich in het verweerschrift primair op het standpunt dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de beroepstermijn is overschreden en van een verschoonbare termijnoverschrijding niet is gebleken. Subsidiair stelt verweerder zich op het standpunt dat het terugkeerbesluit en het bestreden besluit rechtmatig zijn genomen en voldoen aan de daaraan gestelde eisen. Van een motiverings- of zorgvuldigheidsgebrek is geen sprake.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De rechtbank gaat eerst in op de vraag of het beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, wegens het overschrijden van de beroepstermijn. De rechtbank overweegt als volgt.
4.1.
Vast staat dat eiser op 2 november 2021 beroep heeft ingesteld tegen het bestreden besluit. De beroepstermijn bedraagt vier weken, na de dag van bekendmaking aan eiser van het bestreden besluit. Deze bekendmaking aan eiser was volgens het proces-verbaal van de politie op 14 september 2021, zodat eiser beroep kon instellen tot 13 oktober 2021. Hiermee staat vast dat eiser de beroepstermijn heeft overschreden.
4.2.
De rechtbank volgt eiser niet in zijn betoog dat het bestreden besluit niet aan eiser is uitgereikt op 14 september 2021. Uit het door de politie opgemaakte formulier [codenummer] volgt dat eiser op 14 september 2021 mondeling op de hoogte is gesteld van het aanvullend terugkeerbesluit, dat hij daarover is gehoord en dat het besluit vervolgens aan hem is uitgereikt. Eiser heeft niets naar voren gebracht waardoor getwijfeld kan worden aan de juistheid van deze informatie. Dat de gemachtigde van eiser het bestreden besluit pas op 28 oktober 2021 heeft ontvangen, leidt niet tot een ander oordeel. Verder is niet gesteld en ook niet gebleken dat de overschrijding van de beroepstermijn verschoonbaar is.
4.3.
Nu eiser te laat beroep heeft ingesteld, en dit niet verschoonbaar is, komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het beroep.
Wat is de conclusie?
5. Het beroep is niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. van Nooijen, rechter, in aanwezigheid van mr. R.W. Craanen, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.