Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. Eiser, die stelt de Burkinese nationaliteit te hebben, is op 5 januari 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in bewaring gesteld op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 17 januari 2022, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk, heeft de rechtbank de zaak behandeld.
De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris de maatregel van bewaring terecht heeft opgelegd, omdat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht op vreemdelingen zal onttrekken. Eiser heeft zijn asielaanvraag ingediend vlak voor zijn geplande terugkeer naar Burkina Faso, wat de rechtbank doet concluderen dat de aanvraag mogelijk is ingediend om de uitvoering van het terugkeerbesluit te verijdelen. Eiser heeft betoogd dat hij een serieuze asielaanvraag heeft ingediend en dat hij niet zal onttrekken aan het toezicht, maar de rechtbank oordeelt dat de argumenten van eiser niet voldoende zijn om aan te nemen dat er geen risico op onttrekking bestaat.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.