ECLI:NL:RBDHA:2022:9136
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.L. Roubos
- J.P. Ankum
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige afvalligheid van de islam
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 juli 2022 uitspraak gedaan in de asielprocedure van eiser, die vreesde voor vervolging in Iran vanwege zijn afvalligheid van de islam. Eiser had zijn asielaanvraag ingediend op basis van de stelling dat hij geen moslim meer was en dat hij bij terugkeer in Iran gedood zou worden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de afvalligheid van eiser niet ten onrechte ongeloofwaardig had geacht. Eiser had wisselende en tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn geloofsafval en de redenen daarvoor. Hoewel de rechtbank het betoog van eiser volgde dat verweerder ten onrechte had gesteld dat hij zich niet had verdiept in de islam, was dit niet voldoende om het beroep gegrond te verklaren. De rechtbank concludeerde dat de overige tegenwerpingen van verweerder voldoende onderbouwd waren om de afvalligheid ongeloofwaardig te achten. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. J.L. Roubos, in aanwezigheid van griffier mr. J.P. Ankum, en is openbaar gemaakt op 12 september 2022.