Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Afwijzing verlenging ondertoezichtstelling
Stichting Jeugdbescherming west Haaglanden,
,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2022 uitspraak gedaan over het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderen verblijven feitelijk bij hun moeder, terwijl de vader, met wie de moeder gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefent, niet in staat is om contact met hen tot stand te brengen. De gecertificeerde instelling heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling ingediend, met als argument dat het voor de identiteitsontwikkeling van de kinderen belangrijk zou zijn om onbelast contact met de vader te hebben. Echter, de kinderrechter oordeelt dat het ontbreken van dit contact onvoldoende reden is om de ondertoezichtstelling te verlengen. De kinderen ontwikkelen zich goed in de thuissituatie bij de moeder en er zijn geen zorgen over hun welzijn. De kinderrechter wijst het verzoek af, met de opmerking dat het voor de kinderen goed zou zijn om contact met beide ouders te hebben, en hoopt dat zij in de toekomst de ruimte vinden om het contact met de vader te herstellen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden worden ingesteld door de verzoeker en belanghebbenden.