ECLI:NL:RBDHA:2022:9032
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 september 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Letse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het besluit van 17 augustus 2022, waarbij hij in bewaring was gesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring onzorgvuldig was genomen, omdat tijdens het gehoor voorafgaand aan de inbewaringstelling belangrijke vragen niet waren gesteld. Hierdoor was eiser onvoldoende in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze en persoonlijke belangen naar voren te brengen. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was en dat eiser recht had op schadevergoeding voor de onrechtmatige vrijheidsontneming. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van € 1000 aan schadevergoeding en € 1518 aan proceskosten aan eiser. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na bekendmaking.