Op 18 januari 2022 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woon- en winkelcomplex aan de Kruisstraat in Delft. Eiseres, die bezwaar had gemaakt tegen de verleende vergunning, vond dat het bouwplan van vergunninghoudster op verschillende punten was aangepast ten opzichte van de eerder verleende omgevingsvergunning eerste fase. Eiseres stelde dat deze aanpassingen niet van ondergeschikte aard waren en dat ze een ongerechtvaardigde inbreuk op haar woon- en leefklimaat zouden veroorzaken.
De rechtbank heeft het procesverloop in detail bekeken, waarbij verweerder op 25 september 2020 een omgevingsvergunning had verleend en het bezwaar van eiseres op 21 april 2021 ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 7 december 2021 was eiseres niet verschenen, maar de vergunninghoudster en haar gemachtigde waren wel aanwezig. De rechtbank heeft overwogen dat de aanpassingen in het bouwplan, zoals de gewijzigde positie van de voorgevel en de detaillering van de vluchttrap, niet leidden tot een grotere strijdigheid met het bestemmingsplan. De rechtbank concludeerde dat er geen rechtsregel was die aanpassing van het bouwplan tussen de eerste en tweede fase in de weg stond.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat de weigeringsgronden in de Wabo niet van toepassing waren. De uitspraak werd openbaar gedaan en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.