Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
ook bekend als: [B] en [C] ,eiser, V-nummer [v-nummer]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, op 3 januari 2022 uitspraak gedaan in de bestuursrechtelijke procedure van eiser, die asiel heeft aangevraagd in Nederland. Eiser, die stelt de identiteit van [B] te hebben en afkomstig te zijn uit Haïti, heeft zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de identiteit, nationaliteit en geboortedatum van eiser ongeloofwaardig werden geacht. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep ontvankelijk was, ondanks dat verweerder stelde dat er geen beroepsgronden waren ingediend.
Tijdens de zitting op 14 december 2021 heeft eiser zijn asielverhaal toegelicht, waarin hij aangaf dat hij in gevaar verkeerde bij terugkeer naar Haïti. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat eiser wisselend heeft verklaard over zijn identiteit en geboortedatum, en dat hij zijn nationaliteit niet met documenten heeft onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de aanvraag als kennelijk ongegrond heeft afgewezen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een inreisverbod voor een kortere duur rechtvaardigden. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling opgelegd.