In deze zaak hebben twee Gambiaanse broers, eiser 1 en eiser 2, asiel aangevraagd in Nederland. Hun aanvragen zijn op 19 november 2021 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen. De rechtbank ontving de beroepschriften op 17 december 2021 en het onderzoek ter zitting vond plaats op 6 april 2022. De eisers hebben hun asielaanvragen ingediend naar aanleiding van problemen met hun halfbroers in Gambia, die zijn ontstaan na het overlijden van hun vader. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet alle relevante verklaringen van de eisers heeft betrokken bij de beoordeling van hun asielrelaas. De rechtbank constateert motiveringsgebreken in de besluitvorming, met name met betrekking tot de vrees van eiser 2 voor ernstige schade bij terugkeer naar Gambia. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen, waarbij de rechtbank de proceskosten van de eisers vergoedt tot een bedrag van € 1.518,-.