ECLI:NL:RBDHA:2022:8866
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Georgische nationaliteit op grond van vrees voor Russische inval
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser met de Georgische nationaliteit. Eiser heeft op 31 mei 2022 een asielaanvraag ingediend, waarbij hij vreesde voor een inval van Rusland in Georgië. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 15 juni 2022 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 18 augustus 2022 in Breda hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, vertegenwoordigd door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat de staatssecretaris de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig heeft geacht, maar dat de vrees voor een Russische inval niet als relevant element kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de vrees van eiser voornamelijk is gebaseerd op vermoedens en aannames, en dat Georgië als veilig land van herkomst wordt beschouwd. Eiser heeft niet aangetoond dat zijn situatie anders is dan die van andere Georgiërs. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen en het beroep ongegrond is verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door rechter R.A. Karsten-Badal en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.