ECLI:NL:RBDHA:2022:8865
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens gebrek aan vooringenomenheid van de rechter
Op 5 september 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. R. Shahbazi, was gericht tegen rechter mr. G. van Zeben-de Vries. De zaak was eerder twee keer aangehouden omdat er geen tolk Engels beschikbaar was. Bij de zitting op 28 juli 2022 verzocht de advocaat van verzoeker opnieuw om aanhouding, omdat verzoeker de zitting niet goed kon volgen. De rechter wees dit verzoek af, wat door verzoeker werd gezien als een teken van vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de beslissing van de rechter om het aanhoudingsverzoek af te wijzen een procedurele beslissing was en niet onbegrijpelijk. Er was geen objectieve grond voor de vrees dat de rechter partijdig was. De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die de objectieve schijn van partijdigheid rechtvaardigden. Het verzoek tot wraking werd afgewezen, en het proces in de hoofdzaak werd voortgezet. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.