Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[A],
1.De verdere procedure
- het vonnis van 24 februari 2021;
- de brief van [gedaagde] van 3 maart 2021, met bijlagen;
- de brief van de gemeente van 22 maart 2021
- de brief van [gedaagde] van 26 maart 2021, met bijlagen;
- de brief van de gemeente van 21 april 2021, met bijlagen;
- de brief van [gedaagde] van 21 april 2021, met bijlagen;
- de brief van [gedaagde] van 31 mei 2021, met bijlage;
- de brief van de gemeente van 23 juni 2021, met bijlage;
- de e-mail van de deskundigen van 24 juni 2021;
- het conceptdeskundigenrapport van 1 juli 2021;
- de e-mail van de gemeente van 5 juli 2021;
- de brief van [gedaagde] van 6 juli 2021;
- de brief van 19 oktober 2021 van [gedaagde] , met producties;
- de brief van 20 oktober 2021 van de gemeente, met producties;
- de e-mail van de deskundigen van 9 november 2021;
- de brief van [gedaagde] van 19 november 2021, met bijlagen;
- de brief van [gedaagde] van 26 november 2021, met bijlagen;
- het definitieve deskundigenrapport van 4 februari 2022;
- het b2-formulier namens [gedaagde] van 1 maart 2021;
- de akte overleggen stukken namens [gedaagde] van 1 maart 2021;
- het proces-verbaal van het op 15 maart 2022 gehouden meervoudig pleidooi;
- de brief van [gedaagde] van 17 maart 2022, met bijlage;
- de brief van [gedaagde] van 22 april 2022;
- het b-formulier op de rol van 4 mei 2022 van [gedaagde] , waarbij [gedaagde] vonnis verzoekt;
- het b-formulier op de rol van 4 mei 2022, waarbij de gemeente verzoekt te mogen reageren op de akte van [gedaagde] ;
- de antwoordakte van de gemeente op de rol van 1 juni 2022;
- de antwoordakte van [gedaagde] op de rol van 29 juni 2022.
2.De verdere beoordeling
- het verzoek verhoging van het voorschot op de schadeloosstelling, omdat dit verzoek voor afwijzing gereed lag;
- de correspondentie inzake bieding Naaldwijk, dit zijn geen juridische bijstandskosten;
- de (voortgezet) gebruiksovereenkomst, omdat nooit een reactie op deze overeenkomst is gekomen en de overeenkomst niet is gesloten;
- de declaraties die zien op het Wob-verzoek, deze kosten vallen buiten de reikwijdte van artikel 50 Ow;
- het gemeentelijk voorkeursrecht en exploitatieplan, deze kosten vallen buiten de reikwijdte van artikel 50 Ow;
- de correspondentie met de Raad van State over het bestemmingsplan, deze kosten vallen buiten de reikwijdte van artikel 50 Ow.
- het verzoek om verhoging van het voorschot op de schadeloosstelling is gedaan om het bedrijf een kans te geven door te gaan. Er lag toen al een conceptrapport dat aanleiding gaf om aan te nemen dat het voorschot niet toereikend was. Dat het verzoek niet is toegewezen betekent niet dat de kosten daarvoor niet behoeven te worden vergoed;
- de bieding in Naaldwijk is gedaan in het kader van het verzoek tot verhoging van het voorschot. Dit was om aan te tonen dat het geld op dat moment noodzakelijk was zodat de bieding gedaan kon worden. Het was een onderbouwing van het standpunt dat er geld nodig was voor een vervangend bedrijf en deze kosten horen dus thuis in deze procedure.
- het overleg over de gebruiksovereenkomst heeft nog niet tot een resultaat geleid. Het zijn kosten die samenhangen met onteigening. Dat er (nog) geen overeenstemming is, betekent niet dat de kosten niet kunnen worden vergoed.
- het WOB-verzoek hing samen met de discussie over de complexwaarde. De uren daarvoor horen dan ook thuis in deze procedure.
- de uren die in 2018 zijn geschreven met betrekking tot het exploitatieplan en het gemeentelijke voorkeursrecht zijn abusievelijk opgenomen in het kostenoverzicht over deze procedure.
- de kosten voor het verzoek tot verhoging van het voorschot op de schadeloosstelling. Het verzoek is afgewezen omdat het niet aan de voorwaarden voldeed: het voorschot was niet evident te laag. Dit betreft een bedrag van € 12.550,51 inclusief btw;
- de kosten voor de correspondentie inzake de bieding in Naaldwijk, nu deze kosten samenhangen met het verzoek tot verhoging van het voorschot op de schadeloosstelling. Dit betreft een bedrag van € 67,76 inclusief btw;
- de kosten met betrekking tot het exploitatieplan en het gemeentelijke voorkeursrecht, nu deze volgens [gedaagde] abusievelijk zijn opgenomen in het kostenoverzicht. Dit betreft een bedrag van € 1.388,48, inclusief btw;
- de kosten inzake de correspondentie met de Raad van State over het bestemmingsplan, nu [gedaagde] hier geen verweer tegen heeft gevoerd. Dit betreft een bedrag van € 96,20 inclusief btw.
- inschakeling van Deintec, het is niet duidelijk dat deze kosten zien op de onteigening;
- de hoeveelheid ingeschakelde deskundigen vindt de gemeente onaanvaardbaar. Agrado, [deskundige 1] én AAB NL zijn drie reguliere deskundigen. AAB NL had de advisering alleen af moeten kunnen, gelet op haar expertise. De gemeente heeft daarom grote bezwaren tegen vergoeding van alle kosten van al deze deskundigen. De gemeente stelt voor om de totale kosten van deze deskundigen met ruim 66% te matigen en vast te stellen op € 87.008,22. Dat acht de gemeente in licht van geadviseerde schadeloosstelling een royale vergoeding. Meer specifiek heeft de gemeente de volgende bezwaren tegen de kosten van AAB NL:
- de kosten van Deintec zien op de Spaanse taxatie. Die was noodzakelijk om het standpunt van [gedaagde] te onderbouwen wat betreft de waarde van het onroerend goed in Spanje;
- de zaak is bovennormaal complex. De gemeente heeft zich ook door meerdere deskundigen laten bijstaan: door de [deskundige 4] en door de [deskundige 5] , die op zijn beurt ook door de [deskundige 6] is ondersteund. De kosten die zijn gedeclareerd dienen te worden vergoed. Voor [deskundige 1] geldt dat hij vanaf het begin betrokken is geweest bij de financiële onderbouwing. Gelet op het debat over de levensvatbaarheid van de onderneming was deze bijstand onmisbaar. De kosten van Agrado zijn uitvoerig gespecificeerd en de [deskundige 7] van Agrado is betrokken vanwege de hoge complexiteit van de zaak. Op de bezwaren van AAB NL reageert [gedaagde] als volgt: