ECLI:NL:RBDHA:2022:8812

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 augustus 2022
Publicatiedatum
2 september 2022
Zaaknummer
NL22.9199
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse vrouw wegens ongeloofwaardige bedreigingen door ex-vriend

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een Nigeriaanse vrouw tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bedreigingen door de ex-vriend van eiseres niet geloofwaardig zijn, gezien de tegenstrijdige verklaringen die eiseres heeft afgelegd. Eiseres had eerder asiel aangevraagd, maar deze aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk was op basis van de Dublinverordening. Na een nieuwe aanvraag in 2020, waarin eiseres stelde dat zij bedreigd werd door haar ex-vriend en dat zij gedwongen was tot prostitutie in Libië, heeft de staatssecretaris de aanvraag afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit en herkomst van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de bedreigingen door de ex-vriend niet aannemelijk zijn gemaakt. Eiseres heeft niet kunnen onderbouwen dat zij bij terugkeer naar Nigeria een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.9199

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam 1], V-nummer: [Nummer 1]

mede namens haar minderjarige kinderen
[Naam 2]en
[Naam 3]
hierna gezamenlijk te noemen: eisers
(gemachtigde: mr. J.C.A. Koen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. I. Vugs).

ProcesverloopBij besluit van 28 april 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 5 augustus 2022 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen A.K. Umar. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [Geb. datum] 1997. Op 12 maart 2019 heeft eiseres voor het eerst een asielaanvraag ingediend in Nederland. Op 18 juni 2019 heeft verweerder deze aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië op grond van de Dublinverordening daarvoor verantwoordelijk was. [1] Het daartegen ingestelde beroep is op 26 juli 2019 ongegrond verklaard. Eiseres heeft tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel aangewend. Hiermee staat het besluit van 18 juni 2019 in rechte vast.
2. Op 17 december 2020 heeft eiseres deze asielaanvraag ingediend. Omdat eiseres niet binnen de termijnen zoals genoemd in artikel 29, tweede lid, van de Dublinverordening is overgedragen aan de Italiaanse autoriteiten, is eiseres opgenomen in de nationale procedure. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. De ex-vriend van eiseres, [Naam 4], was erachter gekomen dat eiseres een nieuwe relatie had, waarna hij de (inmiddels) verloofde van eiseres, [Naam 5], heeft bedreigd en mishandeld. Hij probeerde daarna eiseres over te halen terug naar hem te gaan, maar dat heeft eiseres geweigerd. Eiseres is vervolgens door [Naam 4] bedreigd. Eiseres en [Naam 5] hebben daarop Nigeria verlaten. Zij zijn eerst naar Libië gegaan, waar eiseres op enig moment is verkocht aan een mevrouw uit Nigeria die zij [Naam 7] noemde. [Naam 7] heeft eiseres naar Italië gestuurd om daar prostitutiewerkzaamheden uit te voeren en zo het bedrag dat [Naam 7] voor haar had betaald terug te betalen. Eiseres verbleef in Italië in het huis en onder toezicht van [Naam 6], de broer van [Naam 7]. Eiseres is uit dit huis ontsnapt om naar [Naam 5] in Nivarra te gaan die ze via Facebook weer had gevonden. Aangezien eiseres haar schuld aan [Naam 7] nog niet had afbetaald, heeft [Naam 6] eiseres getraceerd. [Naam 6] heeft eiseres in Nivarra overvallen. Hij heeft geprobeerd haar baby af te pakken en eiseres in de auto te duwen. Deze poging is mislukt, maar [Naam 6] heeft eiseres bedreigd dat zij elkaar nog een keer zouden ontmoeten. Eiseres en [Naam 5] zijn toen naar Lampoliano gevlucht waar zij een man hebben ontmoet die voor hen een bus naar Nederland heeft geregeld.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • Identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • Bedreiging door ex-vriend in Nigeria;
  • Gedwongen prostitutie in Libië/Italië.
4. Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst en de gedwongen prostitutie in Libië/Italië geloofwaardig. Verweerder acht de bedreiging door de ex-vriend in Nigeria niet geloofwaardig, omdat eiseres tegenstrijdige en inconsistente verklaringen heeft afgelegd. Verder acht verweerder niet aannemelijk dat [Naam 7] en [Naam 6] eiseres zullen laten vermoorden omdat eiseres [Naam 7] niet volledig heeft terugbetaald. Eiseres heeft dan ook niet aannemelijk gemaakt dat zij bij uitzetting een reëel risico op ernstige schade loopt. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
5. Eiseres voert aan dat verweerder ten onrechte ongeloofwaardig acht dat eiseres is bedreigd door haar ex-vriend in Nigeria. De wisselende verklaring uit de zienswijze dat [Naam 6] lid was van Eyel, was een vertaalfout. Eiseres bedoelde Aye. Aangezien deze termen fonetisch niet veel van elkaar afwijken, mag ervan uit worden gegaan dat eiseres in de zienswijze bedoelde te zeggen dat [Naam 6] lid was van de Aye sekte. Verder mogen de tegenstrijdige verklaringen niet aan haar worden tegengeworpen, aangezien het voor eiseres moeilijk is om specifiek per onderwerp te verklaren. Eiseres heeft waarschijnlijk een lage ontwikkeling. Verweerder heeft verder ten onrechte haar verklaringen uit het Dublingehoor aan haar tegengeworpen. Tot slot stelt eiseres zich op het standpunt dat zij bij terugkeer een reëel risico op ernstige schade loopt. Zij vreest dat zij [Naam 7] en [Naam 6] zal tegenkomen in Nigeria en dan zijn er geen instanties waar zij bescherming kan vragen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
6. Verweerder heeft de bedreiging door de ex-vriend in Nigeria niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Het is aan eiseres om middels haar verklaringen haar relaas aannemelijk te maken en hierin is eiseres niet geslaagd. Verweerder heeft namelijk terecht gesteld dat eiseres over hoe zij [Naam 4] heeft leren kennen en van welke sekte [Naam 4] lid zou zijn tegenstrijdig heeft verklaard. Ook heeft verweerder niet ten onrechte gesteld dat de verklaringen van eiseres over wanneer zij [Naam 4] voor het laatst is tegengekomen en wanneer de bedreigingen zijn begonnen inconsistent zijn. Zo heeft eiseres in het Dublingehoor verklaard dat haar ex-vriend lid was van de sekte Eyel. [2] In het nader gehoor verklaart eiseres echter dat haar ex-vriend lid was van de groep Arubaga. [3] Zij heeft verklaard dat [Naam 6] lid was van de cultgroep Aye. [4]
7. Volgens het beleid zoals neergelegd in Werkinstructie (WI) 2014/10 mag verweerder, als de vreemdeling zijn verklaringen aanvult of corrigeert, een afdoende verklaring verwachten waarom volgens de vreemdeling het rapport van gehoor niet klopt. [5] Verweerder heeft de door eiseres gegeven verklaringen onvoldoende kunnen achten. In de zienswijze heeft eiseres aangevoerd dat in het Dublingehoor waarschijnlijk sprake van verwarring is geweest en dat niet haar ex-vriend, maar [Naam 6], lid was van de sekte Eyel. Deze toelichting strookt echter niet met de verklaring van eiseres in het nader gehoor dat [Naam 6] lid was van de cultgroep Aye. Dit is terecht benoemd in het bestreden besluit. Vervolgens voert eiseres in beroep aan dat zij in de zienswijze bedoelde te zeggen dat [Naam 6] lid was van de Aye sekte, maar dat de tolk het heeft verstaan als Eyel. Daargelaten dat eiseres deze stelling niet nader heeft onderbouwd, heeft eiseres hiermee nog altijd geen verklaring gegeven voor de tegenstrijdigheid tussen haar verklaringen in het Dublingehoor en het nader gehoor.
8. Voor zover eiseres in beroep als uitleg voor haar tegenstrijdige verklaringen stelt dat zij laag ontwikkeld is en dat het daarom voor haar lastig is om specifiek per onderwerp te verklaren, betreft dit een herhaling van de zienswijze. Verweerder is hier in het bestreden besluit gemotiveerd op ingegaan. Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat, ook rekening houdend met haar opleidingsniveau, van eiseres mag worden verwacht dat zij consistent kan verklaren over welke gebeurtenissen in Italië hebben plaatsgevonden en welke in Nigeria en welk van de personen waar zij voor vreest hierbij betrokken was. Daarbij komt dat eiseres met één van deze personen een relatie heeft gehad. Uit de beroepsgronden blijkt niet waarom eiseres het daar niet mee eens is en het besluit aldus in zoverre tekort schiet. Deze beroepsgrond kan daarom niet slagen.
9. De rechtbank volgt eiseres ook niet in haar standpunt dat verweerder haar verklaringen uit een eerdere asielprocedure niet bij het bestreden besluit mocht betrekken. Uit WI 2014/10 volgt dat verweerder een integrale beoordeling van de geloofwaardigheid moet maken, waarbij alle relevante omstandigheden van het geval worden betrokken en in onderlinge samenhang worden gewogen. Dat verweerder de verklaringen uit de eerdere Dublinprocedure meeweegt, past in die integrale beoordeling. Overeenkomstig WI 2014/10 is eiseres ook met de tegenstrijdigheden uit het Dublingehoor geconfronteerd in deze procedure.
10. Tot slot heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiseres haar vrees voor [Naam 7] en [Naam 6] bij terugkeer naar Nigeria niet aannemelijk heeft gemaakt. Daarbij heeft verweerder kunnen betrekken dat er geen aanwijzingen bestaan dat [Naam 7] en [Naam 6] in Nigeria actief naar haar op zoek zullen gaan. [Naam 7] woont in Libië en [Naam 6] woont in Italië. Verweerder volgt weliswaar dat zij uit Nigeria komen, maar beiden zijn afkomstig uit Benin en niet uit het dorp waar eiseres woonde. Er zijn ook geen aanwijzingen dat [Naam 7] en [Naam 6] weten waar eiseres in Nigeria woont. Bovendien heeft eiseres sinds haar vertrek uit Italië in 2019 niets van [Naam 7] en [Naam 6] vernomen. De enkele stelling dat eiseres vreest [Naam 7] en [Naam 6] toch tegen te zullen komen in Nigeria, mist onderbouwing en slaagt daarom niet.
11. Gelet op het voorgaande is de asielaanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
12. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr.N.H. de Zeeuw, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Rapport aanmeldgehoor Dublin, p. 6.
3.Rapport nader gehoor, p. 15.
4.Rapport nader gehoor, p. 33.
5.Paragraaf 3.2.1.1. van de WI 2014/10.