ECLI:NL:RBDHA:2022:874
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Senegalese eiser op grond van kennelijk ongegrondheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Senegalese nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Eiser had eerder, op 24 april 2021, een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet tijdig behandeld, waardoor hij in de nationale asielprocedure werd opgenomen. Eiser vreesde voor vervolging door de MFDC, een separatistische groepering in Senegal, en voerde aan dat zijn vader door deze groepering was vermoord. De rechtbank oordeelde dat de gestelde problemen van eiser ongeloofwaardig waren, vooral omdat Senegal als veilig land van herkomst was aangemerkt. Eiser had documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claims, maar de rechtbank vond deze onvoldoende om aan te tonen dat hij persoonlijk gevaar liep bij terugkeer naar Senegal. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet ten onrechte had geoordeeld dat eiser geen asielrechtelijke bescherming nodig had en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.