ECLI:NL:RBDHA:2022:874

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
9 februari 2022
Zaaknummer
NL21.19598
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Senegalese eiser op grond van kennelijk ongegrondheid en veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Senegalese nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend. De aanvraag werd afgewezen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. Eiser had eerder, op 24 april 2021, een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet tijdig behandeld, waardoor hij in de nationale asielprocedure werd opgenomen. Eiser vreesde voor vervolging door de MFDC, een separatistische groepering in Senegal, en voerde aan dat zijn vader door deze groepering was vermoord. De rechtbank oordeelde dat de gestelde problemen van eiser ongeloofwaardig waren, vooral omdat Senegal als veilig land van herkomst was aangemerkt. Eiser had documenten overgelegd ter ondersteuning van zijn claims, maar de rechtbank vond deze onvoldoende om aan te tonen dat hij persoonlijk gevaar liep bij terugkeer naar Senegal. De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet ten onrechte had geoordeeld dat eiser geen asielrechtelijke bescherming nodig had en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er werd een mogelijkheid tot hoger beroep geboden bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.19598

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R.A.P.M. van der Zanden).

ProcesverloopBij besluit van 15 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.19599, op 21 januari 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Diaby. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1990 en van Senegalese nationaliteit te zijn. Eiser heeft op 24 april 2021 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Vastgesteld is toen dat Italië verantwoordelijk was voor de behandeling van eisers asielaanvraag. Omdat eiser niet tijdig is overgedragen, is hij in Nederland in de nationale asielprocedure opgenomen. Eiser heeft op 27 november 2021 opnieuw een asielaanvraag ingediend.
2. Eiser heeft daaraan ten grondslag gelegd dat hij bij terugkeer vreest voor de MFDC [1] . De vader van eiser beheerde het vee van deze groepering en eiser bracht eten naar de soldaten die de grens bewaakten. Eisers vader is door de MFDC vermoord, waarna eiser in 1997 samen met zijn oom, broer en zus is gevlucht uit Senegal. Tijdens de vlucht is eiser beschoten, naar eiser vermoedt door soldaten van de MFDC. Eiser is daarbij gewond geraakt aan zijn schouder. Zijn broer is later teruggekeerd naar Senegal en vervolgens vermoord door de MFDC. Eiser stelt dat hij en zijn oom nog altijd worden gezocht door de MFDC. Hij heeft dit vernomen via een kennis van zijn oom.
3. Verweerder heeft in het bestreden besluit de gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig geacht. De verklaringen over de problemen met de MFDC acht verweerder niet geloofwaardig. Omdat Senegal is aangewezen als veilig land van herkomst en eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Senegal voor hem persoonlijk niet veilig is, heeft verweerder de asielaanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. [2]
4. Eiser heeft daartegen aangevoerd dat zijn broer bij terugkeer naar Senegal is vermoord door de MFDC. Eiser wacht hetzelfde lot bij terugkeer. Eiser heeft ter onderbouwing van zijn relaas een kopie van de overlijdensakte van zijn broer overgelegd en een politierapport van 10 juli 2000 waaruit de problemen van zijn familie met de MFDC blijken. Verder heeft eiser documenten overgelegd waaruit blijkt dat in 2014 in Italië aan eiser een verblijfsvergunning is verleend op humanitaire gronden. Subsidiair stelt eiser dat hij daarom in aanmerking komt voor verblijf op humanitaire gronden.
De rechtbank oordeelt als volgt.
5. Verweerder volgt dat eiser is opgegroeid in de regio Casamance in de omgeving van de MFDC-beweging, dat zijn vader het vee van de MFDC in beheer had en dat hij voorafgaand aan zijn vertrek voedsel heeft gebracht naar de MFDC-soldaten. Niet gevolgd wordt echter dat eiser vanaf zijn uitreis tot op heden nog altijd wordt gevolgd dan wel bedreigd door de MFDC, omdat eiser dit baseert op vermoedens. Eiser weet niet zeker wie hem heeft beschoten. De gebeurtenissen waarover eiser spreekt zouden in 1997 hebben plaatsgevonden. Eiser kan niet concretiseren waarom hij na al die jaren nog zou worden gezocht. De enkele verklaring dat hij van zijn oom heeft gehoord dat van hem verwacht zou worden dat hij met de MFDC samenwerkt als hij in Casamance verblijft, is door verweerder onvoldoende geacht. Voor zover eiser heeft verklaard dat een vriend van zijn oom hem telefonisch heeft geïnformeerd over het feit dat hij nog persoonlijk wordt gezocht, heeft verweerder overwogen dat eiser de naam van die vriend niet weet te noemen en ook niet heeft kunnen uitleggen hoe die vriend hiervan op de hoogte kan zijn. Voor wat betreft het overlijden van zijn broer is volgens verweerder niet gebleken van een causaal verband met de MFDC.
6. Verweerder heeft gelet op de genoemde tegenwerpingen niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht dat eiser sinds zijn vertrek uit Senegal in 1997 problemen heeft met de MFDC.
7. Eiser heeft in beroep kopieën overgelegd van een uittreksel uit het register van overlijdensaktes van de gemeente Bignona te Senegal en een verklaring van het hoofdbureau van de nationale politie van Ziguinchor, Senegal. Het uittreksel betreft het overlijden van eisers broer [naam broer] op 2 oktober 2013. De verklaring van de nationale politie vermeldt eveneens het overlijden van deze broer, maar is gedagtekend op 10 juli 2000. Daarbij wijkt de informatie in beide documenten ook nog af van eisers eigen verklaring dat zijn broer in 2011 is overleden. De overgelegde documenten kunnen gelet op deze tegenstrijdigheden niet dienen ter onderbouwing van eisers relaas. Eisers verklaring hiervoor ter zitting dat de politie in 2000 mogelijk ten onrechte dacht dat zijn broer was overleden omdat hij niet meer in Casamance verbleef, neemt de verschillende tegenstrijdigheden niet weg. Daarnaast is met wat in beroep naar voren is gebracht nog altijd niet verklaard waarom de MFDC ook voor eiser persoonlijk aandacht zou hebben.
8. Eiser heeft in beroep verder verwezen naar de Italiaanse verblijfsvergunning die in 2014 aan eiser is verleend. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser daarmee niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer persoonlijk te vrezen heeft. De verblijfsvergunning is destijds verleend vanwege de algemene sociale en politieke situatie in de regio Casamance in 2014 en is deze is nadien niet meer verlengd.
9. Nu de gestelde problemen van eiser ongeloofwaardig zijn bevonden, is niet aannemelijk dat eiser asielrechtelijke bescherming nodig heeft. Senegal is daarnaast aangewezen als veilig land van herkomst. In de herbeoordeling van 8 juli 2021 is die aanwijzing gehandhaafd. [3] De aanvraag is dan ook terecht afgewezen als kennelijk ongegrond.
10. Voor zover eiser nog in het algemeen heeft verwezen naar zijn zienswijze, leidt dat niet tot een geslaagd beroep. In het bestreden besluit is overwogen dat in de zienswijze niets nieuws is aangevoerd ten opzichte van eisers eerdere verklaringen en dat de algemene landeninformatie waar eiser een beroep op heeft gedaan niet op eiser persoonlijk ziet en zijn verklaringen niet (alsnog) geloofwaardig maken. Ook is deze informatie betrokken bij de beoordeling van Senegal als veilig land van herkomst. Eiser heeft in beroep niet toegelicht waarom het bestreden besluit op dit punt onjuist zou zijn.
11. Het beroep is ongegrond.
12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.‘Movement de Force de Casamance’ (correcties en aanvullingen d.d.13 december 2021).
2.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), in samenhang met artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b van de Vw.
3.Kamerstukken II 2020-2021, 19637, nr. 2755 van 8 juli 2021.