Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 november 2021, met producties 1 tot en met 13;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 7;
- het tussenvonnis van 15 juni 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging producties, met aanvullende producties 14 tot en met 19 van de zijde van [eiser] ;
- de akte uitlaten producties, met aanvullende productie A van de zijde van [gedaagde] .
2.De feiten
Overwegende
1.Duur van de overeenkomst
3.De bouw van de software en de website
6.Wederzijdse inspanningen, de doelen en vergoedingen
7.Exit
We have decided that, until further notice, we will no prolong with the development of SDW3/QS.”
Deze brief is gericht aan jou in privé en als vertegenwoordiger van Enterprise Architect Software Development EOOD. Alles wat hieronder geldt m.b.t. jou in persoon geldt tevens voor voornoemde onderneming.
en mij(…) [rb: [gedaagde] ]
stelt. Ik kom tot de volgende conclusies. In het verleden en in toenemende mate in de afgelopen maanden ben je artikel 3.1 tot en met 3.4, artikel 6.2 en 9.2 van de samenwerkingsovereenkomst niet nagekomen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Is een vergoeding verschuldigd op grond van de overeenkomst?
3.De bouw van de software en de website
mile stonesniet heeft gerealiseerd, geen commerciële activiteiten heeft ondernomen en zijn medewerking niet heeft verleend om een grote commerciële kans op omzet te realiseren en zich in strijd met de essentie van de samenwerking heeft gedragen. Dit zijn de redenen waarom [gedaagde] de samenwerking heeft beëindigd op 22 mei 2020. Ook deze uitleg volgt de rechtbank niet. Allereerst heeft [gedaagde] niet aangevoerd aan welke
mile stone(s)[eiser] zich niet zou hebben gehouden en dat op basis daarvan de vergoeding zou vervallen. Te meer nu in overweging G staat dat:
G. dat partijen willen benadrukken dat genoemde plandata intenties zijn met name omdat in de opstartfase veel zaken nog onbekend zij of nog benoemd of gepland moeten worden.”
7.2. Indien zich een partij aanbiedt die de activa (IE/software9 e.d.) van [gedaagde] wenst te kopen (de zogenaamde EXIT, al dan niet incl. de Nieuwe Vennootschap), dan heeft [gedaagde] zowel het recht als het veto om een EXIT al dan niet te doen plaatsvinden;”
6.7. Tevens zal [gedaagde] de activa alleen kunnen verkopen bij een EXIT tegen een prijs van vijf keer de R&D-kosten die [eiser] maakt (te vermeerderen met € 20.000 die [eiser] al ooit betaald/geleend heeft (bij partijen bekend), partijen schatten op dit moment die R&D kosten op ca. € 10.000;”
2.228,00(2,0 punten × tarief IV € 1.114)