ECLI:NL:RBDHA:2022:8724
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van bestuursdwang en machtiging tot binnentreden in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 september 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres, de eigenaar van een woning, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, waarbij bestuursdwang is toegepast. De inspecteur heeft op 2 september 2020 bestuursdwang toegepast door de sloten van vier binnendeuren te forceren om de woonsituatie te controleren, omdat er vermoedens bestonden van onvergunde kamerbewoning. Eiseres betwistte de rechtmatigheid van het binnentreden en de kosten van de bestuursdwang, die haar in rekening zijn gebracht. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 22 augustus 2022, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat de toepassing van bestuursdwang rechtmatig was, gezien de spoedeisende situatie en het feit dat de inspecteur de toegang tot de woning was ontzegd. De rechtbank concludeerde dat de kosten van de bestuursdwang voor rekening van eiseres komen, omdat zij als eigenaar verantwoordelijk is voor de woning en de inspectie ongehinderd moest kunnen plaatsvinden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde dat het bestreden besluit en het besluit tot kostenverhaal in stand blijven.