ECLI:NL:RBDHA:2022:8711
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Somaliër met beroep op rekrutering door Al Shabaab en binnenlands vestigingsalternatief
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 september 2022 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij de eiser, een Somalische jongeman, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de staatssecretaris van mening was dat de eiser geen reëel risico liep op ernstige schade bij terugkeer naar Somalië. De eiser, die op achtjarige leeftijd met zijn tantes naar Ethiopië was gevlucht, stelde dat hij in Somalië gevaar liep om gerekruteerd te worden door Al Shabaab, gezien zijn gebrek aan familie of een netwerk in het land.
Tijdens de zitting op 25 augustus 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld. De eiser was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en er was een tolk aanwezig. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel de eiser een jongeman zonder netwerk of familie is, de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat hij zich kan vestigen in een gebied in Somalië waar Al Shabaab niet actief is, zoals zijn herkomstgebied Qoryoley of Mogadishu. De rechtbank oordeelde dat de vrees van de eiser voor rekrutering door Al Shabaab niet voldoende onderbouwd was en dat er geen bewijs was dat hij bij terugkeer in gevaar zou komen.
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen vier weken na bekendmaking.