Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[naam eiser] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
- de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser;
- het maken van de documentaire over Al Nahda en de daaruit voortvloeiende problemen.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 augustus 2022 uitspraak gedaan in het beroep van een Tunesische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, die op 9 februari 2022 asiel heeft aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag kennelijk ongegrond was verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 27 juli 2022, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. L.E.J. Vleesenbeek, en de verweerder werd vertegenwoordigd door mr. L.J.L. Leijtens.
De rechtbank oordeelde dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij behoort tot de categorie journalisten of politieke opponenten die bescherming nodig hebben. De rechtbank wees erop dat de eiser aanvankelijk geen asiel wilde aanvragen, maar bemiddeling zocht voor zijn problemen met zijn vrouw. Dit, samen met inconsistenties in zijn verklaringen over zijn werk en de documentaire die hij zou hebben gemaakt, leidde de rechtbank tot de conclusie dat de eiser niet geloofwaardig was.
De rechtbank heeft ook de beroepsgronden van de eiser met betrekking tot de onthouding van een reguliere verblijfsvergunning en het inreisverbod verworpen. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om het inreisverbod te verkorten of op te heffen, en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht was. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 10 augustus 2022, en het beroep werd ongegrond verklaard.