Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.Inleiding: Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- het tussenvonnis van 9 februari 2022;
- de conclusie van antwoord van het CBS van 23 maart 2022;
- het tussenvonnis van 30 maart 2022;
- de B-formulieren waaruit volgt dat MOA en de Staat geen schikking hebben bereikt;
- de akte uitlating producties van het CBS;
- de mondelinge behandeling van 16 juni 2022;
- de door de MOA en de Staat overgelegde pleitaantekeningen.
3.De feiten
marketing insights,
digital analytics,
marketing researchen beleidsonderzoek en het bewaken van de belangen van de respondenten, gebruikers en aanbieders van
marketing insights,
digital analytics, marketing researchen beleidsonderzoek. MOA is opgericht in 2000. Haar leden zijn werkzaam op dit gebied.
Het CBS heeft tot taak het van overheidswege verrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap en het openbaar maken van de op grond van zodanig onderzoek samengestelde statistieken.
lumpsumwordt genoemd. De omvang van de
lumpsumis vanaf 2014, als gevolg van bezuinigingen, gedaald. In 2013 was de
lumpsumnog ongeveer € 177 miljoen, in 2014 ongeveer € 154 miljoen, en in de periode 2015 tot en met 2020 is de
lumpsumsteeds lager geweest dan € 154 miljoen.
lumpsumbekostigd. Circa 95% van de
lumpsumwordt daaraan besteed
..
- CBS dingt niet mee bij aanbestedingen en bezigt geen andere vormen van actieve acquisitie. Dit geldt ook wanneer het CBS uniek gepositioneerd is om een deel van een statistisch project uit te voeren. CBS zou dan niet mogen eisen om het gehele project uit te voeren (geen koppelverkoop). De aanvullende statistische diensten sluiten direct aan bij de kerntaak van het CBS. CBS levert geen statistische eindproducten die commerciële partijen al verzorgen op basis van de data die uit de eigen bedrijfsvoering van de betreffende commerciële partij verkregen is.
- Voordat het CBS een aanvullende dienst boven de nationale aanbestedingsgrens aanvaardt, beoordeelt het CBS eerst of het unieke kennis of kunde heeft ten opzichte van marktpartijen. Tenzij er zwaarwegende overheidsbelangen zijn naar het oordeel van de vragende overheidsinstantie, voert het CBS alleen die aanvullende diensten uit waarin het CBS unieke kennis of kunde heeft. Deze zit met name op de levering van primaire data (microdata en statistieken) en unieke statistische eindproducten, zoals bepaald door de betrokken overheidsinstantie. Het CBS onthoudt zich van data-interpretatie, benchmarking, beleidsadvisering, projecties, scenario-analyse etc.
- Het CBS tracht zoveel als mogelijk marktpartijen te betrekken bij het uitvoeren van (onderdelen van) aanvullende diensten waarin het CBS op onderdelen van de opdracht minder unieke kennis of kunde heeft.
- Het CBS brengt altijd de integrale kostprijs in rekening voor aanvullende diensten. Het CBS levert dus in het geval van aanvullende diensten geen gratis statistische informatie. Het CBS streeft bij de facturen voor aanvullende diensten deze zo transparant als mogelijk te maken (geleverde werkzaamheden, aantal bestede uren, uurtarieven en opbouw daarvan, etc.).
4.Het geschil
lumpsum.De categorie aanvullende statistische werkzaamheden als bedoeld in de Beleidsregel kent de Wet CBS niet;
lumpsumbedient, derden zijn, wat artikel 60 Wet CBS ook onderstreept. Dit strookt ook met de doelstelling van artikel 5 lid 1 Wet CBS om oneerlijke concurrentie door het CBS te voorkomen;
level playing fieldte voorkomen;
5.De beoordeling
Inleiding
lumpsum. Ingevolge de Beleidsregel mag het CBS (onder meer) niet aan actieve acquisitie doen van verzoeken voor aanvullende statistische diensten, is het CBS gehouden integrale kosten door te berekenen en moet het CBS bij de aanvaarding van aanvullende statistische diensten nagaan of die diensten niet ook (deels) door marktpartijen kunnen worden verricht.
lumpsum, ongeacht de aard van de werkzaamheden en ongeacht de aard van de opdrachtgever. Van die betekenis wijken de Regeling en de Beleidsregel af, omdat in die regelingen onder “derden” uitsluitend private opdrachtgevers worden verstaan. Als gevolg hiervan verricht het CBS volgens MOA veel meer dan in incidentele gevallen werkzaamheden voor derden (met name overheidsinstanties), waardoor sprake is van mededinging met private aanbieders van vergelijkbare statistische diensten die uit het oogpunt van goede marktwerking ongewenst is.
van overheidswegeverrichten van statistisch onderzoek ten behoeve van praktijk, beleid en wetenschap. Hieruit volgt dat artikel 3 Wet CBS betrekking heeft op werkzaamheden die in opdracht van overheidsinstanties worden verricht. Daarnaast bepaalt artikel 5 Wet CBS dat het CBS incidenteel statistische werkzaamheden voor derden mag verrichten, waarvan de kosten, zo bepaalt artikel 60 Wet CBS, niet ten laste van de rijksbegroting komen. Het door MOA gebruikte begrip
lumpsumkent de Wet CBS niet.
Een beperkt deel van de activiteiten van het CBS valt buiten het reguliere vanuit het EZ-hoofdstuk op de rijksbegroting gefinancierde programma.In incidentele gevallen verricht het CBS werk voor derden, dat dan zowel voor specifieke gebruikers als voor het CBS een belangrijke functie heeft.
lumpsumstond daarmee dus in feite gelijk aan de rijksbegroting. Alles wat daarbuiten viel en dus niet vanuit de algemene jaarlijkse bijdrage kon worden bekostigd, kwalificeerde als incidentele werkzaamheden voor derden. Die afbakening was duidelijk, maar is niet langer actueel sinds de financiering van het CBS sinds 2014 is gewijzigd, waarbij de
lumpsumin omvang is teruggebracht. Die
lumpsumis nu voor circa 95% nodig om te voldoen aan de verplichte Europese wettelijke statistieken, terwijl de jaarlijkse bijdrage vooral vóór 2014 meer werkzaamheden kon dekken. Door de verlaging van de
lumpsumis het CBS genoodzaakt geweest het reguliere werkprogramma te verkleinen. De werkzaamheden die voorheen onder het werkprogramma vielen, zijn ofwel stopgezet, of verricht het CBS (deels) blijkens de jaarplannen onder de noemer “aanvullende werkzaamheden”. Die werkzaamheden worden vergoed uit de eigen begroting van de overheidsinstanties die statistische diensten bij het CBS afnemen, maar vallen nog steeds onder de kerntaak van artikel 3 Wet CBS. De door MOA voorgestane lezing zou meebrengen dat deze aanvullende werkzaamheden als gevolg van de lagere
lumpsumvanaf 2014 kwalificeren als werkzaamheden voor derden als bedoeld in artikel 5 Wet CBS. Dat kan, ook in het licht van de betekenis van het begrip “derden” onder Wet CBS/CCS, niet de bedoeling van de wetgever zijn geweest. De parlementaire geschiedenis bevat geen aanwijzing dat de wetgever deze aanvullende werkzaamheden zou hebben willen uitsluiten van de kerntaak als bedoeld in artikel 3 Wet CBS.
neutrality competitive officerdie onafhankelijk adviseert en voorziet de Beleidsregel in een klachtencommissie. Bovendien is het CBS onderworpen aan controle door de Autoriteit Consument & Markt (ACM).