Op 5 augustus 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Deze beschikking volgde op een verzoekschrift van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, ingediend op 14 juli 2022. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, de moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling aanwezig waren. De kinderen verblijven sinds 23 juni 2022 bij de vader, na een incident waarbij de moeder fysiek agressief was naar een jeugdbeschermer. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om de kinderen een veilige opvoedsituatie te bieden, gezien haar onvoorspelbare gedrag en de zorgen over haar emotionele stabiliteit. De vader heeft aangegeven dat de kinderen goed bij hem zitten en dat hij het verzoek tot uithuisplaatsing steunt. De moeder heeft verweer gevoerd en verzocht om afwijzing van het verzoek, maar de kinderrechter oordeelde dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de kinderen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van een maand, met de mogelijkheid om de hulpverlening bij de moeder te herstarten en de communicatie tussen de ouders te verbeteren. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden.