Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen [naam eiser], eiser,
[naam eiseres 2], eiseres 2, tezamen: eisers
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, bestaande uit een Syrische familie, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hun aanvragen voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) zijn afgewezen. De rechtbank Den Haag heeft op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, die werd behandeld in de zittingsplaats Middelburg. De eisers, die de Syrische nationaliteit bezitten, beogen verblijf in Nederland bij hun zoon en broer, die al een verblijfsvergunning asiel heeft. De aanvragen voor de mvv zijn ingediend op basis van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op respect voor privé- en gezinsleven waarborgt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris in zijn besluit een belangenafweging heeft gemaakt, waarbij hij zowel de belangen van de eisers als het algemeen belang van Nederland heeft gewogen. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris alle relevante feiten en omstandigheden in zijn afweging heeft betrokken. De eisers voerden aan dat de afwijzing van hun aanvragen niet evenredig was en dat de staatssecretaris onvoldoende rekening had gehouden met hun situatie in Syrië en de afhankelijkheid van hun zoon in Nederland.
De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris niet ten onrechte heeft geconcludeerd dat de belangen van de eisers niet opwegen tegen de economische en maatschappelijke belangen van Nederland. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvragen voor de mvv standhoudt. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eisers hebben de mogelijkheid om binnen vier weken na de bekendmaking van de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Raad van State als zij het niet eens zijn met deze beslissing.