ECLI:NL:RBDHA:2022:8569
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp en intrekking machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige ziekte
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 20 juli 2022 uitspraak gedaan in twee zaken met betrekking tot een minderjarige, geboren in 2007, die lijdt aan een ernstige ziekte. De kinderrechter heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling om een voorwaardelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp afgewijzen, terwijl het verzoek van de minderjarige tot intrekking van de bestaande machtiging is toegewezen. De minderjarige is erkend door zijn vader en verblijft feitelijk bij zijn moeder, die belast is met het ouderlijk gezag. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige momenteel onder behandeling is voor longkanker en dat het van belang is dat hij tijdens deze zware periode thuis kan blijven, waar hij kan uitrusten in een vertrouwde omgeving. De kinderrechter heeft de zorgen van de gecertificeerde instelling over de veiligheid van de minderjarige en zijn omgeving erkend, maar concludeert dat er onvoldoende noodzaak is voor een voorwaardelijke machtiging. De kinderrechter heeft benadrukt dat de minderjarige en zijn ouders zich aan de gemaakte afspraken moeten houden om de veiligheid te waarborgen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.