ECLI:NL:RBDHA:2022:8485
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verklaring van vakbekwaamheid voor arts door de minister voor Medische Zorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 juli 2022 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verklaring van vakbekwaamheid door de minister voor Medische Zorg. Eiser had zijn aanvraag op 9 maart 2021 ingediend, maar deze werd afgewezen. Het bezwaar dat eiser hiertegen indiende, werd op 25 mei 2021 ongegrond verklaard door de minister. Tijdens de zitting op 27 juli 2022 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigden aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de minister.
De rechtbank oordeelde dat eiser niet had aangetoond dat hij een klacht had ingediend over de toetsafname bij de Radboud Universiteit, waar hij de toets had moeten afleggen. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van eiser was om eventuele klachten over de toetsafname in te dienen bij de toetsafnemende organisatie, die een specifieke klachtenprocedure had. Aangezien eiser deze mogelijkheid niet had benut, kon de minister niet anders dan de aanvraag afwijzen op basis van het door eiser betwiste resultaat van de toets.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat eiser geen gelijk kreeg. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen de mondelinge uitspraak.