Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 24 augustus 2021 ingekomen verzoek van:
[X]
[Y]
Procedure
- het F9-formulier van 19 juli 2022 van de zijde van de vrouw;
- het F9-formulier van 21 juli 2022 met bijlagen van de zijde van de man.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoekster, de vrouw, een verzoek tot echtscheiding ingediend bij de Rechtbank Den Haag. De rechtbank heeft haar verzocht om het verzoek aan te vullen met de benodigde documenten, waaronder de huwelijksakte. Tijdens een mondelinge behandeling is wederom om de huwelijksakte gevraagd, maar verzoekster heeft deze niet ingediend, ondanks een toezegging. Na een tussenbeschikking waarin verzoekster nogmaals de kans kreeg om de huwelijksakte in te dienen, heeft zij dit opnieuw nagelaten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen klemmende redenen zijn aangevoerd voor het niet indienen van de huwelijksakte. Hierdoor heeft de rechtbank besloten dat het bestaan van het huwelijk tussen partijen onvoldoende is aangetoond, wat noodzakelijk is om de echtscheiding te kunnen uitspreken. De rechtbank heeft verzoekster daarom niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot echtscheiding. De beslissing is genomen door mr. A.M. van der Vliet, rechter en kinderrechter, en is uitgesproken op de openbare zitting van 19 augustus 2022.