ECLI:NL:RBDHA:2022:8385
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit wijziging WIA-uitkering ex-werkneemster
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Koninklijke Post NL Productie B.V. (eiseres) en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de wijziging van de WIA-uitkering van een ex-werkneemster. De ex-werkneemster, die als derde-partij aan het geding heeft deelgenomen, was sinds 2013 arbeidsongeschikt en ontving een WIA-uitkering. Verweerder had bij besluit van 9 juli 2020 bepaald dat het recht van de ex-werkneemster op een WIA-uitkering niet zou wijzigen. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een bestreden besluit waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 24 juni 2022 is de zaak behandeld via een videoverbinding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen van verweerder het eens zijn over de onderliggende aandoening, maar dat er onenigheid bestaat over de aan te nemen beperkingen. De rechtbank heeft de rapportages van de verzekeringsartsen beoordeeld, waarbij de ICF-methode werd toegepast voor de objectivering van de klachten. De rechtbank oordeelde dat de rapportage van de verzekeringsarts Baidjoe, die de beperkingen had vastgesteld, de juiste methodiek had toegepast en dat de rapportage van de verzekeringsarts Vogels niet voldoende onderbouwd was.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 2.085,66, inclusief het griffierecht van € 49,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.