Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.De mail is gericht aan eiser en de Georgische ambassade hanteert dezelfde reden voor afwijzing als die eiser heeft genoemd. Deze afwijzingsgronden komen voorts overeen met de Georgische wetgeving, namelijk artikel 15, onder g, Law of Georgia on the Legal status of Aliens and Stateless persons. Verweerder verwijst weliswaar naar artikel 6, sub d, On Approval of the Procedures for Issuing, Extending and Terminating Georgian Visas, waaruit blijkt dat een vreemdeling – kort gezegd – op humanitaire gronden een visum kan krijgen als niet voldaan kan worden aan de overige vereisten. De rechtbank is echter van oordeel dat als hier aanleiding voor was geweest dat dit zou zijn gebleken uit de mail van de Georgische ambassade. Eiser heeft immers bij de aanvraag aangegeven dat hij een Georgische partner en kind heeft. De verwijzing naar artikel 12, vierde lid, van dezelfde wetgeving door verweerder maakt dit niet anders, aangezien dit artikel van toepassing is bij exceptionele gevallen. Als de autoriteiten van Georgië reden hadden gezien artikel 12, vierde lid van dit artikel toe te passen, zouden zij ook dit hebben vermeld in hun mail van 6 juli 2022.
Beslissing
- verklaart het beroep voor zover het is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk;
- vernietigt het bestreden besluit;