ECLI:NL:RBDHA:2022:8349

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 juni 2022
Publicatiedatum
22 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.10700
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van eiser uit El Salvador met problemen met bende MS-13

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser uit El Salvador, die bescherming zocht vanwege bedreigingen van de bende MS-13. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, ten onrechte had gesteld dat de verklaringen van eiser vaag en summier waren. Eiser had verklaard dat hij in 2019 meerdere keren door bendeleden was benaderd en dat hij vreesde voor zijn leven. De rechtbank vond dat eiser niet kon worden verweten dat hij niet meer gedetailleerde informatie kon geven over de bendeleden, aangezien hij onderbroken was tijdens zijn verklaring. Bovendien had de verweerder onvoldoende rekening gehouden met de algemene informatie over bendes in El Salvador en de specifieke omstandigheden van eiser.

De rechtbank concludeerde dat de verweerder niet voldoende gemotiveerd had waarom eiser geen bescherming zou kunnen krijgen in zijn land van herkomst. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de staatssecretaris en droeg hem op om binnen zes weken opnieuw te beslissen op de aanvraag van eiser, met inachtneming van de uitspraak. De rechtbank veroordeelde de verweerder ook in de proceskosten van eiser, die op € 1.518,- werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, vooral in het licht van de specifieke en vaak gevaarlijke omstandigheden in het land van herkomst van de aanvrager.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.10700

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. F.W. Verweij),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J. Kaikai).

ProcesverloopIn het besluit van 30 juni 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft op 8 april 2022 een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 12 april 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen [naam 1] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft na het sluiten van het onderzoek de zaak heropend en eiser in de gelegenheid gesteld om enkele stukken aan het dossier toe te voegen.
Eiser heeft dit op 15 april 2022 gedaan.. Verweerder heeft hier op 4 mei 2022 op gereageerd.
De rechtbank heeft het onderzoek vervolgens op 2 juni 2022 gesloten.

Overwegingen

Feiten en omstandigheden
1. Eiser is geboren op [geboortedatum] en heeft de Salvadoraanse nationaliteit.
1.1
Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar El Salvador vanwege problemen met de Mara Salvatrucha (MS-13) bende. Eiser zou in het jaar 2019 driemaal zijn benaderd door een bendelid die vroeg of hij mocht meerijden met eiser. De derde keer dat eiser dit verzoek kreeg, zou eiser hebben geweigerd, omdat hij zijn vriendin eerst naar haar werk zou brengen. Hierop heeft het bendelid volgens eiser geantwoord met 'oké, geen probleem' waarna dit bendelid eiser heeft gevraagd of hij [naam 2] is. [naam 2] is de zwager van eiser. Eiser zou hebben aangegeven [naam 2] niet te zijn, waarop de man achteruit stapte en boos keek. Eiser is vervolgens doorgegaan met zijn leven, maar is op 11 oktober 2019 staande gehouden door een bendelid, waarbij dit bendelid zijn wapen heeft getrokken. Eiser is op zijn brommer gestapt en gevlucht naar het huis van zijn grootmoeder omdat hij vreesde voor zijn leven. Omdat eisers grootmoeder steeds meer bendeleden zag in de wijk, besloot eiser het land te verlaten. Eiser is naar het departement [departement] gegaan, waar hij heeft gewoond tot aan zijn vertrek uit El Salvador. Eiser heeft het land verlaten omdat de bendeleden (zelfs na zijn vertrek) naar hem bleven vragen, wat ook blijkt uit de overgelegde verklaring van zijn buurvrouw.
Verweerders besluit
2. Verweerder heeft de volgende elementen als relevant aangemerkt:
Identiteit, nationaliteit en herkomst;
Problemen met bendeleden in het land van herkomst.
2.1
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als ongegrond omdat verweerder het eerste element wel, maar het tweede element niet gelooft. Eisers verklaringen bevatten vaag- en onaannemelijkheden en zijn zeer summier. Eisers verklaringen over de problemen van zijn zwager zijn aannames. Niet kan worden ingezien dat eiser hier niet gedetailleerd en met zekerheid over kan verklaren, nu hij in het nader gehoor zelf heeft gesteld dat zijn eigen problemen hierdoor zijn veroorzaakt. Van eiser kan in alle redelijkheid een actievere houding worden verwacht om de oorzaak van de problemen te achterhalen om zo zijn eigen problemen ook op te lossen. Eisers verklaringen over de gebeurtenis wie van zijn familie en wanneer zij de wijk moesten verlaten zijn inconsistent en ongeloofwaardig. Gelet op hetgeen algemeen bekend is over de werkwijze van bendeleden in El Salvador, kan niet worden ingezien waarom eiser jaren nadat zijn zwager problemen kreeg hierdoor in de problemen zou komen. Bovendien heeft eiser na de gestelde problemen van zijn zwager zijn leven kunnen voortzetten. Eisers verklaringen over zijn staandehouding zijn tegenstrijdig en verweerder heeft in aanmerking genomen dat eiser heeft verklaard enkel aangifte te hebben gedaan om zijn relaas te onderbouwen. Aan de overgelegde aangifte kan niet de waarde worden gehecht die eiser daaraan gehecht wilt zien. De aangifte is enkel een weergave van zijn verklaring. Niet gebleken is is van een geen objectief, onafhankelijk, door de daartoe bevoegde autoriteiten gedegen onderzoek die de feiten onderbouwt .Ook de verklaring van eisers buurvrouw is niet objectief verifieerbaar.
Beoordeling van het beroep
Heeft verweerder eisers vrees voor de bendeleden van MS-13 ongeloofwaardig kunnen vinden?
3. Eiser voert, samengevat, aan dat verweerder ten onrechte stelt dat hij actief op zoek zou moeten gaan naar meer informatie over de bende MS-13 terwijl dit gevaarlijk is. Eiser heeft alles wat hij weet verteld. De plotselinge negatieve aandacht voor eiser van de MS-13 bende is te verklaren omdat eiser zijn zwager naar de wijk had gebracht om zijn kinderen te zien. Verweerder werpt dit ten onrechte aan eiser tegen. Het is onredelijk om van eiser te verwachten dat hij het verband aantoont tussen de problemen van eisers zwager en zijn eigen problemen met de bende. Dit kan slechts worden aangetoond door de bendeleden zelf. Eiser kan niet meer doen dan de feiten weergeven. De bedreigingen zijn begonnen nadat eiser zijn zwager, die criminele banden heeft, een lift gaf zodat hij zijn gezin kon zien. Eiser heeft verklaard waarom hij vreest voor zijn leven. De verklaring van eisers buurvrouw onderbouwd, in tegenstelling tot wat verweerder stelt, zijn relaas.
Verweerders suggestie dat de bendeleden rondom het huis van eisers oma andere bendeleden zouden kunnen zijn die geen problemen hebben met eiser is pure speculatie. Eiser heeft uitgelegd dat de rivaliserende bende in de wijk waar zijn oma woonde iedereen die nieuw is in hun wijk – en met name jonge mannen – in de gaten houden. Dit past goed in het algemene beeld van de bendes die elkaar bestrijden in El Salvador.
Verweerder werpt eiser verder ten onrechte tegen dat de details over zijn aangifte over de dreiging met het wapen niet correct op papier is gezet en dus tegenstrijdig is met eisers verklaring. Eiser wil zijn relaas niet afstemmen op de aangifte en er mag niet van hem worden verwacht dat hij op voorhand op de ‘tegenstrijdigheid’ zou wijzen. Dat de aangifte al langere tijd in zijn bezit is, kan hieraan niet afdoen.
3.1
De rechtbank stelt allereerst vast dat eiser in zijn vrije relaas tijdens het nader gehoor begint te verklaren over zijn zwanger en zijn banden met de bende MS-13, maar dat de hoor medewerker eiser al snel onderbreekt omdat eisers relaas teveel over zijn zwager zou gaan. De hoor medewerker verzoekt eiser daarna te focussen op de directe reden van zijn eigen vertrek in 2019. Later verklaart eiser tijdens het nader gehoor dat hij gesprekken met zijn zus heeft gehad over eisers vermoedens dat zijn zwager bij de MS-13 bende betrokken was. Wanneer de hoor medewerker aan eiser vraagt hoe het kan dat eisers zus niet wist of [naam 2] bij de bende MS-13 betrokken was, verklaart eiser dat [naam 2] daar heel erg gesloten over was, niet veel vertelde en dat hij dat soort dingen niet losliet.
De rechtbank is, in het licht van het voorgaande, van oordeel dat verweerder eiser ten onrechte tegenwerpt dat hij vaag en summier heeft verklaard over de (reden van zijn) problemen met MS-13. Eiser verklaart tijdens het nader gehoor immers dat de problemen van zijn zwanger verband houden met zijn eigen problemen. Hij wilt verklaren over de (achtergrond van de) problemen van eisers zwager, maar wordt onderbroken door de hoor medewerker met het verzoek zich te concentreren op de eigen problemen.
Voor zover verweerder meent dat eiser voldoende gelegenheid heeft gehad om te verklaren over de problemen van zijn zwager en hij dat onvoldoende heeft gedaan, is de rechtbank van oordeel dat eiser niet kan worden tegengeworpen dat hij niet gedetailleerder over deze problemen kan vertellen. Eiser heeft immers verklaard dat zijn zwager en zus erg gesloten waren en niet wilde specificeren waar de problemen precies uit bestonden.
Verweerder kan daarnaast niet van eiser verwachten dat hij bij de bendeleden van MS-13 gaat vragen waarom hij problemen met hen had. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder ten onrechte van eiser verwacht dat hij weet wat de beweegredenen zijn van de bendeleden. Eiser heeft verklaard dat hij denkt dat er sprake is van een persoonswisseling en dat de bendeleden hem hebben aangezien voor [naam 2] . Deze verklaring acht de rechtbank aannemelijk, in het licht van eisers verklaring dat de bendeleden dachten dat hij zijn zwager was en aan hem werd gevraagd “maar jij bent toch [naam 2] ?”. Daar komt bij dat [naam 2] als [functie 1] voor de bendeleden fungeerde en dit strookt met eisers verklaring dat de bendeleden hem drie keer hebben geboden als hun [functie 2] te dienen.
3.2
De rechtbank overweegt verder dat, zoals eiser ook stelt, er geen sprake is van inconsistentie wat betreft eisers verklaring dat zijn moeder en zus in december 2015 bedreigd werden. Verweerder heeft ten onrechte aan eiser tegengeworpen dat hij heeft verklaard dat zijn zwager en zijn moeder en zus de wijk moesten verlaten. Eiser heeft later in het gehoor verklaard dat enkel zijn zwager de wijk moest verlaten wegens de bedreigingen en uitgelegd dat de verwarring hierover berust op een misverstand. In de correcties en aanvullingen is dit nogmaals herhaald. De rechtbank overweegt dat er daarom niet gesproken kan worden van een inconsistente verklaring en dat verweerder ten onrechte een nadere verklaring hiervoor van eiser eist.
3.3
Voor zover verweerder zich op het standpunt stelt dat eiser zijn relaas ook niet heeft onderbouwd met de verklaring van de buurvrouw, volgt de rechtbank verweerder niet. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de verklaring van de buurvrouw waarin zij verklaard dat zij ooggetuige is geweest tegenstrijdig is met de verklaring dat zij naderhand gehoord heeft van derden dat zij op zoek waren naar eiser. De rechtbank begrijpt, nadat gepoogd is eiser te vermoorden, dat werd gezegd dat ze zouden vertrekken omdat eiser hen zou verlinken. Verweerder heeft in het verweerschrift aan eiser tegengeworpen dat in de verklaring staat dat eisers buurvrouw pas na eisers vertrek heeft gehoord van derden dat zij op zoek waren naar eiser. De rechtbank overweegt dat dit niet tegenstrijdig is met de in de zienswijze naar voren gebrachte stelling dat eisers buurvrouw een ooggetuige was. De ene verklaring sluit de andere immers niet uit; het is mogelijk dat de buurvrouw ooggetuige is geweest van de aanslag op eiser én dat zij na zijn vertrek heeft gehoord dat men op zoek was eiser. Waarom de verklaringen tegenstrijdig zijn, heeft verweerder daarom dan ook onvoldoende gemotiveerd.
3.4
De rechtbank volgt eiser in het standpunt dat zijn verklaringen over de bendeleden rondom het huis van zijn oma overeenkomen met de algemene informatie over bendes in El Salvador. Eiser heeft uitgelegd dat de rivaliserende bende in de wijk waar zijn oma woonde iedereen die nieuw is in hun wijk – en met name jonge mannen – in de gaten houdt. De rechtbank stelt vast dat verweerder de algemene informatie die bekend is over bendes in El Salvador niet kenbaar bij de beoordeling heeft betrokken. Dat verweerder suggereert dat de bendeleden rondom het huis van eisers oma bij een andere bende zouden kunnen behoren, doet daar niets aan af en berust, zoals eiser ook stelt, op speculatie. De beroepsgrond slaagt.
3.5
De rechtbank overweegt verder dat hoewel verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt stelt dat de aangifte van eiser niet overeenkomt met eisers verklaring over de bedreiging met het wapen, dit naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende is om eisers relaas in het geheel ongeloofwaardig te achten.
Heeft verweerder zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat niet blijkt dat eiser geen bescherming kan krijgen in zijn land van herkomst?
4. Eiser voert verder aan dat verweerder ten onrechte stelt dat niet blijkt dat eiser geen bescherming kan krijgen in zijn land van herkomst. Dat eiser aangifte heeft gedaan zegt niets over de welwillendheid van de autoriteiten om hem te helpen. Uit het artikel van de NOS waar eiser in beroep naar heeft verwezen blijkt dat de noodtoestand is uitgeroepen omdat het aantal moorden is opgelopen naar 62 per dag. De politie durft of kan niets ondernemen tegen de bendes waardoor eiser erg terughoudend is geweest met het vergaren van informatie over MS-13. Verweerder heeft ten onrechte niet de algehele achtergrond van El Salvador en de rol die bendes spelen betrokken bij de beoordeling van de vraag of eiser bescherming kan krijgen. Verweerders standpunt dat verhuizen kennelijk niet onmogelijk is, is ondeugdelijk gemotiveerd en onjuist. Vluchten naar een andere wijk waar het wellicht iets minder gevaarlijk is dan in je eigen wijk betekent niet dat het mogelijk is om je op deze wijze aan de bedreigingen van MS-13 te onttrekken. Eiser heeft, in tegenstelling tot wat verweerder stelt, niet ‘probleemloos’ in [departement] gewoond. Dat er geen daadwerkelijke incidenten hebben voorgedaan in [departement] betekent niet dat eiser daar veilig zou zijn en zich daar definitief kan vestigen.
4.1
De rechtbank is van oordeel dat verweerder bij de vraag of eiser bescherming kan krijgen voor zijn problemen niet gemotiveerd is ingegaan op de door eiser overgelegde informatie. Verweerder had eisers relaas in het licht van hetgeen bekend is met de criminele bendes in El Salvador moeten beoordelen. Uit het overgelegde artikel van de NOS volgt dat op 27 maart 2022 de noodtoestand in El Salvador is uitgeroepen omdat er 62 bendemoorden zijn gepleegd binnen 24 uur. Verweerder dient ook in het licht van deze informatie nader te motiveren dat eiser, indien de problemen geloofwaardig worden bevonden, bescherming van de autoriteiten kan krijgen. Daarnaast heeft verweerder met betrekking tot eisers verklaring dat hij in [departement] heeft gewoond niet betrokken dat eiser ook heeft verklaard dat hij in die periode binnen is gebleven en niet heeft gewerkt. Nu eiser zich schuil heeft moeten houden, kan verweerder zich niet op het standpunt stellen dat er sprake is van een reëel vestigingsalternatief. Verweerder heeft zich in het verweerschrift ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser geen reden had om [departement] te verlaten.
De beroepsgrond slaagt.
Conclusie
5. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit kan geen stand houden. De overige beroepsgronden behoeven geen bespreking. De rechtbank zal het
bestreden besluit vernietigen wegens strijd met artikel 3:46 van de Awb [1] . De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien of een bestuurlijke lus toe te passen. De rechtbank stelt voor het nemen van het nieuwe besluit daarom een termijn van zes weken.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten.
Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten
bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op
€ 1.518,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter
zitting met een waarde per punt van € 759,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak opnieuw op de aanvraag van eiser te beslissen met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Mac Donald, rechter, in aanwezigheid van mr.N.F. van der Gouw, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Algemene wet bestuursrecht