Rechtbank DEN HAAG
Parketnummer: 09.135453.22
Proces-verbaal van de terechtzitting
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de politierechter in bovengenoemde rechtbank op 09 juni 2022.
Tegenwoordig:
mr. E.M.A. Vinken, politierechter,
mr. F. Aouragh, officier van justitie,
en K.A.M. Boeije, griffier.
De politierechter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op de vragen van de politierechter te zijn genaamd:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964,
BRP-adres: [adres] , [woonplaats] ,
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. W.S.A.H. Croes, advocaat te Bodegraven.
De politierechter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De officier van justitie draagt de zaak.
De politierechter deelt mede de korte inhoud van alle stukken van het onderzoek, voor zover van belang met het oog op enige door de politierechter te nemen beslissing.
De verdachte legt op vragen van de politierechter een verklaring af, inhoudende - zakelijk weergegeven -:
Het is waar, ik beken. U houdt mij voor dat ik bij de politie heb verklaard dat ik de regenpijp ter verdediging heb opgepakt maar dat ik de politieagent niet heb geraakt. Ja, maar ik heb die ME’er wel geslagen met een regenpijp, dat beken ik. Ik weet niet waarom ik eerst heb ontkend dat ik dat heb gedaan. In een vlaag van verstandsverbijstering haal je dingen door de war. Ik was gewoon de kluts kwijt op dat moment, door de hele situatie op het plein voor het supportershome. Ik ben daar in een verstandverbijstering geraakt en ik heb toen die gedraging gedaan.
U vraagt mij waarom ik dan heb gezegd dat het ter verdediging was. Dat weet ik zelf ook niet, waarom ik dat heb gezegd. Het spijt mij ten zeerste dat ik dit heb gedaan. Duizend maal spijt.
U toont de volgende beelden met nummer 2022-155775
(1)
Verdachte [verdachte].
U vraagt mij of ik de persoon ben die aan het begin van het filmpje wegrent (00.02). Ik weet het niet. U toont de beelden en zegt dat daarop een linie ME staat opgesteld met tegenover zich een grote groep supporters. Op het moment dat zij een charge uitvoeren komt er een man links in beeld met een grote regenpijp in zijn handen (00.16). De man slaat met de regenpijp in de richting van een ME’er die op dat moment met zijn rug naar de persoons staat. De man probeert weg te rennen, komt ter val en wordt daar volgens gearresteerd (00.23). Ik ben het, ik geef het toe.
(2)
Binnenring 15_18.
Ik ben de persoon die onder in beeld te zien is op de beelden.
(3)
U toont twee stills van de beelden en een foto van District8. Ja, ik ben het.
U vraagt mij of ik mij heb gerealiseerd hoeveel impact dit heeft voor de betrokken politieagent(en). Ja, zeker wel. Ik wil echt mijn excuses aanbieden. Ik zou graag in contact komen met de agent als dat kan, voor een bloementje of iets dergelijks. Ik had dit nooit mogen doen. Het is echt in een verstandsverbijstering gebeurd. Ik heb er enorm veel spijt van. Ik heb mijn gezin en mijn werkgever benadeeld. U zegt mij dat ik met name de politieagent die ik heb geslagen, heb benadeeld. U houdt mij een deel voor uit de verklaring van [verbalisant 1] (p. 42): “als ik geen beschermende kleding, helm en schild zou hebben gehad had ik zeker letsel of ernstig letsel gehad”.
U bespreekt met mij mijn persoonlijke omstandigheden. U zegt mij dat mijn blanco strafblad voor mij pleit, maar dat het aan de andere kant ook zorgen baart dat ik kennelijk zomaar in een dergelijke situatie kan terechtkomen waarin ik doe wat mij wordt verweten, waardoor je zou kunnen betogen dat er vanwege de onvoorspelbaarheid vrees voor herhaling is. Nee, absoluut niet! Dit is zo’n domme fout van mij geweest. Dit zal echt nooit meer gebeuren.
Ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden heeft de raadsman van de verdachte een brieft overhandigd van de werkgever van verdachte.Deze brief zal als bijlage I achter dit proces-verbaal worden gehecht.
Mijn werk ligt nu stil omdat ik vastzit. Ik heb een hele belangrijke grote opdracht en ik ben de enige die die kan uitvoeren. Ik wil en kan mijn werk absoluut niet kwijtraken.
De officier van justitie voert het woord - zakelijk weergegeven -:
Het is op 29 mei 2022, direct na de wedstrijd ADO Den Haag – Excelsior Rotterdam, gigantisch uit de hand gelopen. Dat er die dag fors geweld is gebruikt tegen de politie blijkt onder andere uit het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] , inhoudende onder meer: “Ik, verbalisant, zag dat er honderden voor de linie stonden. Ik, verbalisant, zag dat velen gezichtsbedekking droegen. De sfeer was extreem agressief. Er werd voortdurend met stenen, flessen, pionnen, prullenbakken en straatmeubilair naar ons gegooid. Tevens werd er vuurwerk in onze richting gegooid en geschoten, zowel knalvuurwerk als lichtflitsen en brandende fakkels. Ik, verbalisant, zag meerdere mannen in een soort gevechtshouding, dus met hun tot vuisten gebalde handen geheven, op de linie van de mobiele eenheid aflopen. Ik, verbalisant, zag dat door meerdere van deze mannen geschopt en geslagen werd naar de mobiele eenheid. Tevens zag ik, verbalisant, meerdere mannen met kettingsloten en broeksriemen slaan in de richting van de mobiele eenheid. Hierbij sloegen zij meermalen ook daadwerkelijk raak tegen de schilden. Ik, verbalisant, zag dat er door de politieruiters een zogenaamde charge werd uitgevoerd. Ik, verbalisant, zag dat hierbij vanuit meerdere richtingen met stenen, flessen en vuurwerk naar hen werd gegooid”.
De rol van verdachte blijkt voldoende uit het dossier, de processen-verbaal van de verbalisanten en de camerabeelden. De verdachte heeft met een regenpijp een ME’er van achteren geslagen. De vraag is of deze geweldpleging een op zichzelf staande handeling betreft of dat dit openlijk in verenging geweldplegen oplevert. Met verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad ECLI:NL:HR:2016:1320, acht het Openbaar Ministerie het laatste aan de orde. Op de camerabeelden is goed te zien dat de ME zijn handen vol had aan de grote menigte voor zich. De verdachte bevindt zich achter de ME linie, lijkt hier van weg te rennen, maar komt terug met een regenpijp waarmee hij vervolgens een ME’er van achteren slaat. De politie werd door het handelen van verdachte geconfronteerd met geweld van twee kanten. De desbetreffende verbalisant geeft aan dat hij zonder zijn beschermde kleding (ernstig) letsel had kunnen oplopen door de gedraging van verdachte. Alles tezamen genomen is er wat het Openbaar Ministerie betreft voldoende wettig en overtuigend bewijs voor het samen in vereniging plegen van openlijk geweld. De verdachte heeft onze mooie stad Den Haag en de club ADO Den Haag van hun slechtste kant laten zien. Wat een mooie zondag had moeten zijn, is uitgemond in een oorlog tussen de ‘supporters’ en de politie. Het leek meer op een slachtveld dan een sportgelegenheid. Er zijn gezinnen en jonge kinderen geconfronteerd met de meest extreme vormen van geweld. Zij, en de politie, konden geen kant op en hebben zich zeer onveilig gevoeld. De verdachte heeft hier aan bijgedragen en dat wordt hem zwaar aangerekend.
De proceshouding van verdachte roept gemengde gevoelens op. De bekentenis en het berouw komt met name nu hij geconfronteerd is met de beelden en geen kant meer op kan. De verdachte heeft een blanco strafblad. Echter, gelet op de ernst van het feit, het door de verdachte gebruikte geweld en kijkend naar eerdere straffen opgelegd in soortgelijke zaken (corona-rellen), kan niet worden volstaan met een taakstraf of geldboete.
De officier van justitie vordert dat de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf (5) maanden, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan twee (2) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaren. De officier van justitie vordert de gevangenhouding van verdachte.
De raadsman voert het woord tot verdediging.
Cliënt is uitvoerig verhoord bij de politie en bij de rechter-commissaris. Hij wist zich geen houding te geven, hij schaamt zich en is erg onder de indruk van alles. Hij wist niet goed wat hij daar mee aan moest. Hij kwam tot de realisatie dat wat daar die dag is gebeurd niet de normale gang van zaken is. Hij heeft bekend omdat hij totale verantwoordelijkheid wil dragen voor wat hij heeft gedaan en dus niet nadat hij geconfronteerd werd met de beelden.
Er zijn die dag rellen uitgebroken, eerst binnen en daarna buiten. Uit de processen-verbaal van bevindingen blijkt dat bij Donau een grote groep relschoppers, honderden, zich voor de linie agenten bevond. Zij waren extreem agressief richting de politie. Mijn cliënt wilt graag benadrukken dat hij niet van deze groep deel uitmaakte. Dan ontstaat er een tweede linie en komt cliënt in beeld. In zijn ogen had cliënt niets met deze grote groep te maken, hij stond daar buiten. Cliënt is achter de supportershome omgelopen en kwam toen achter de linie ME’ers terecht. Hij wilde daar weg. Cliënt zag dat een jongen te pakken werd genomen, die kreeg klappen, werd geschopt en de hond werd op hem losgelaten. Dat kon cliënt niet bevatten. Hij werd emotioneel en heeft dit in een vlaag van verstandsverbijstering gedaan. Van een voorafgaand, weloverwogen besluit om tot geweld over te gaan is geen sprake. Cliënt is niet bewust achter de supportershome gelopen om zo achter de linie terecht te komen, hij wilde gewoon weg. Hij maakte ook geen deel uit van de groep. Wat er is gebeurd moet meer worden gezien als een impulsieve actie van cliënt. Er is wat de verdediging betreft dan ook veeleer sprake van (poging tot zware) mishandeling dan van openlijke geweldpleging en ik vraag u cliënt dan ook vrij te spreken.
Cliënt had een gezellige voetbalavond met vrienden en dit had hij absoluut nooit verwacht. Het is een stommiteit die nooit had mogen gebeuren. Hij heeft oprecht spijt en is ook zichtbaar emotioneel, zoals hij ook was bij de politie en tijdens zijn voorgeleiding bij de rechter-commissaris. Cliënt wil graag zijn excuses aanbieden aan de ME’er. Hij begrijpt dat de rellen veel onrust hebben veroorzaakt en heeft absoluut zijn lesje geleerd. Hij is erg geschrokken van zijn aanhouding en zijn verblijf op het politiebureau. Dit hoopt hij nooit meer mee te hoeven maken.
Dit alles lijkt een incident te zijn geweest. Cliënt is geen agressief persoon. Zijn werkgever geeft ook aan dat hij, in de vele jaren dat cliënt daar werkt, nooit eerder op enigerlei wijze verkeerd gedrag heeft meegemaakt. Als cliënt een kort lontje zou hebben, hoe kan het dan dat hij al die jaren nooit met politie en justitie in aanraking is gekomen? Dit is overduidelijk een eenmalige fout geweest. Het gezin van cliënt, hier vandaag ook aanwezig, herkent dit gedrag ook absoluut niet. Cliënt werkt momenteel aan een grootschalig en langdurig project bij het LUMC waar hij onmisbaar is. Hij is kostwinner en samen met de inkomsten van zijn vrouw kunnen ze net aan rondkomen. Cliënt is van plan zich in het vervolg meer te richten op zijn andere hobby’s, onder andere darten, vissen en wandelen.
Mocht u tot een strafoplegging komen dan verzoekt cliënt u met klem om een taakstraf op te leggen. Hij begrijpt dat dit dan een flinke moet zijn, maar op deze manier kan hij zijn werk behouden en iets terugdoen voor de maatschappij.
De officier van justitie wordt in de gelegenheid gesteld te repliceren, maar maakt hier geen gebruik van.
De politierechter en de griffier trekken zich kort terug in raadkamer.
Na hervatting van het onderzoek ter terechtzitting wordt aan de verdachte het recht gelaten het laatst te spreken:
Ik heb het erg moeilijk gehad in het huis van bewaring. Ik ben hart-longpatiënt en ik moet voor het eerst sinds jaren weer medicatie innemen omdat het daarbinnen zo ontzettend benauwd is.
De politierechter verklaart het onderzoek gesloten en zegt onmiddellijk mondeling vonnis te zullen geven.
De politierechter spreekt het vonnis uit ter openbare terechtzitting.
Aantekening van het mondeling vonnis
De inhoud van de tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 29 mei 2022 te ’s-Gravenhage openlijk, te weten, op en/of aan Haags Kwartier en/of Donau en/of Tiber en/of Schelde en/of Moezel, althans in de buurt van het Cars Jeans Stadion, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen te weten politieambtenaren van de mobiele eenheid en/of politieambtenaren te paard en/of politievoertuigen door:
-de confrontatie te zoeken met voornoemde personen
-een gevechtshouding aan te nemen
-met riemen zwaaiende en/of slaande bewegingen te maken naar voornoemde personen
-het gooien van stenen en/of vuurwerk en/of straatmeubilair en/of flessen en/of andere voorwerpen in de richting van bovengenoemde personen en/of goederen
-een politieambtenaar van de mobiele eenheid te slaan met een regenpijp, althans een groot voorwerp
-schoppende bewegingen te maken in de richting van voornoemde personen en/of tegen het schild van voornoemde politieambtenaren van de mobiele eenheid te trappen
-tegen een voertuig van de politie te trappen
-andere personen met woorden en/of gebaren op te hitsen;
( art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht )