ECLI:NL:RBDHA:2022:8284
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.C.M. Höppener
- C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B.
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een dwangakkoord in een problematische schuldensituatie met de gemeente Veenendaal
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot oplegging van een dwangakkoord door [verzoeker], die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. [verzoeker] heeft een schuldenlast van € 5.616.249,70, waarvan 99,95% aan de gemeente Veenendaal. Ondanks een voorstel tot schuldregeling, dat door de Belastingdienst werd aanvaard, weigerde de gemeente Veenendaal in te stemmen met het aanbod. [verzoeker] verzocht de rechtbank om het akkoord dwingend op te leggen. De rechtbank oordeelde dat de schuldbemiddeling correct was uitgevoerd door de gemeente Den Haag en dat het voorstel het maximaal haalbare was. De rechtbank benadrukte dat de wet geen bijzondere positie toekent aan schuldeisers met een groot deel van de schuldenlast en dat het onredelijk zou zijn om de gemeente Veenendaal te laten weigeren. De rechtbank wees het verzoek tot oplegging van het dwangakkoord toe en wees het verzoek om toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) af. De beslissing werd genomen met inachtneming van de omstandigheden van [verzoeker], die al bijna 20 jaar van een minimuminkomen leeft en afhankelijk is van de voedselbank. De rechtbank concludeerde dat loonbeslag en een afdrachtplicht tot de dood onmenselijk zijn.