In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 augustus 2022, wordt het beroep van eisers gegrond verklaard. De zaak betreft een omgevingsvergunning die door het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar was verleend voor het veranderen van een berging/carport naar een atelier. Eisers, die naast de woning van de vergunninghouder wonen, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft zowel het verzoek om voorlopige voorziening als het beroep tegen het bestreden besluit beoordeeld.
De voorzieningenrechter concludeert dat de omgevingsvergunning niet verleend had mogen worden, omdat het bijgebouw niet voldoet aan het plaatsingsvereiste van artikel 8, tweede lid, onder g, ten tweede, van de beheersverordening. De voorzieningenrechter oordeelt dat de afstand van het bijgebouw tot de erfgrens niet voldoet aan de eisen van de beheersverordening, aangezien de afstand slechts 24,9 cm bedraagt in plaats van de vereiste 1 meter. Dit leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit en het herroepen van het primaire besluit.
De voorzieningenrechter bepaalt dat het college binnen 8 weken na de uitspraak een nieuw besluit moet nemen, waarbij het rekening moet houden met deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en de proceskosten aan eisers. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de regels in de beheersverordening en de bescherming van de belangen van omwonenden.