In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Cleanlease B.V. en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een IVA-uitkering aan een (ex-)werknemer. De eiseres, Cleanlease B.V., heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV, dat de uitkering aan de (ex-)werknemer met terugwerkende kracht heeft toegekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de (ex-)werknemer vanaf 16 juli 1984 bij eiseres werkzaam was en zich op 28 juni 2010 ziek heeft gemeld. Na een medische herbeoordeling heeft het UWV in oktober 2020 een IVA-uitkering toegekend vanaf 31 juli 2020. Eiseres was het niet eens met deze ingangsdatum en stelde dat er bijzondere omstandigheden waren die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigden. De rechtbank heeft overwogen dat het UWV zich op het standpunt stelde dat de ingangsdatum van de uitkering maximaal 52 weken vóór de aanvraag kon liggen. Eiseres voerde aan dat het UWV in een vergelijkbare zaak wel een eerdere ingangsdatum had gehanteerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake was van een bijzondere omstandigheid, omdat het UWV zelf had vastgesteld dat de (ex-)werknemer in 2017 al duurzaam arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en het UWV opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens is het UWV veroordeeld in de proceskosten van eiseres.