10.De beslissing
vrijspraak
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven in paragraaf 3 is omschreven en kwalificeert dit als
opzettelijk iemand van de vrijheid beroofd houden;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
straf
veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentievoor de duur van
30 (DERTIG) dagen
bepaalt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van deze jeugddetentie wordt afgetrokken;
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
16 (ZESTIEN) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de verdachte zich voor het einde van de hierbij op
twee jarenvastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de hierna te noemen bijzondere voorwaarden dat de verdachte
- zich gedurende een door de Stichting Jeugdbescherming West te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling van De Waag of een soortgelijke instelling stelt, zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onthoudt van het gebruik van verdovende middelen of alcohol en ten behoeve van de naleving meewerkt aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
- gedurende de eerste 12 maanden van de proeftijd een door de jeugdreclassering goedgekeurde dagbesteding heeft;
- gedurende de proeftijd geen contact legt of laat leggen – direct of indirect – met:
[medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag 2] 1995;
[slachtoffer] , geboren op [geboortedag 3] 2001;
zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan Stichting Jeugdbescherming west, een gecertificeerde instelling die jeugdreclassering uitvoert, om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
beveelt dat bovengenoemde bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
veroordeelt de verdachte voorts tot
een
werkstrafvoor de tijd van
50 (VIJFTIG) uur
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de tijd van
25 (VIJFENTWINTIG) dagen;
schadevergoeding
wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij hoofdelijk toe en veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan [slachtoffer] , een bedrag van €1.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 december 2021 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
legt aan de verdachte, hoofdelijk, op de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot €1.000,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 5 december 2021 tot aan de dag waarop deze vordering is voldaan, ten behoeve van het slachtoffer genaamd [slachtoffer] ;
bepaalt ten aanzien van de opgelegde schadevergoedingsmaatregel dat indien volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt - onder handhaving van voormelde verplichting – gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, alsmede dat gehele of gedeeltelijke voldoening van de betalingsverplichting aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij doet vervallen;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door haar mededaders aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededaders opgelegde, betalingsverplichting aan de Staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
voorlopige hechtenis
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de veroordeelde;
dadelijke uitvoerbaarheid
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S. van der Harg, kinderrechter, voorzitter,
mr. E.J. Stalenberg, kinderrechter,
en mr. S.M. Borkent, kinderrechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis, griffier.
Het is uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank van 11 augustus 2022.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 5 december 2021 te Gouda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, deze [slachtoffer] een of meermalen
- ( met de gebalde vuist) tegen het hoofd en/of het gezicht en/of de ribben, althans tegen het lichaam heeft geslagen, en/of
- met de geschoeide voet, met kracht, tegen de (boven)rug en/of de nek, althans tegen het lichaam van [slachtoffer] heeft getrapt, en/of
- een stroomstootwapen tegen/op haar been heeft geplaatst en/of een stroomstoot heeft toegediend,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 december 2021 te Gouda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld door een of meermalen
- ( met de gebalde vuist) tegen het hoofd en/of het gezicht en/of de ribben, althans het lichaam, van [slachtoffer] te slaan, en/of
- met de geschoeide voet, met kracht, tegen de (boven)rug en/of de nek, althans tegen het lichaam van [slachtoffer] te trappen, en/of
- met kracht aan de haren van [slachtoffer] te trekken, en/of
- een stroomstootwapen tegen/op het been van [slachtoffer] te plaatsen en/of haar een stroomstoot toe te dienen, en/of
- een stok in de mond en/of de keel van [slachtoffer] te duwen, terwijl het hoofd van [slachtoffer] werd vastgehouden en/of haar mond werd opengehouden;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 december 2021 te Gouda [slachtoffer] heeft mishandeld door een of meermalen
- een stok in de mond en/of de keel van [slachtoffer] te duwen, en/of
- met kracht aan de haren van [slachtoffer] te trekken en/of haar aan de haren mee te trekken;
2
hij op of omstreeks 5 december 2021 te Gouda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door
- [slachtoffer] te lokken naar de woning aan de [adres 2] , althans tegen haar te zeggen dat zij naar die woning moest komen, en/of
- ( vervolgens) met een getalsmatig overwicht van meerdere personen die [slachtoffer] meerdere uren, althans een geruime tijd, fysiek vast te houden en/of te mishandelen in die woning, en/of
- ( meermalen) op dreigende toon tegen [slachtoffer] te zeggen dat zij de woning niet mocht verlaten, en/of
- te bepalen op welk moment [slachtoffer] uiteindelijk de woning mocht verlaten en/of daarbij [slachtoffer] fysiek naar de uitgang van de woning te begeleiden;
3
hij op of omstreeks 5 december 2021 te Gouda, althans in Nederland [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met verkrachting, door
- een stroomstootwapen in de directe nabijheid en/of in de richting van [slachtoffer] te houden en/of dit stroomstootwapen aan te zetten, en/of
- ( meermalen) dreigend tegen [slachtoffer] te zeggen dat zij hem, verdachte, moest pijpen en/of daarbij haar hoofd richting zijn, verdachtes, kruis te duwen.
1.
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 22-26 van het dossier), inhoudende de verklaring van aangeefster:
Zondag 5 december 2021 was ik rond 17.15 uur bij [medeverdachte 1] thuis aan de [adres 2] in Gouda. Ik werd geslagen door [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . Daarna hielden de meiden mijn mond open en stak [verdachte] de achterkant van de bezemsteel
in mijn mond. Hij drukte tegen mijn gehemelte aan. Daarna ben ik nog een tijdje gebleven omdat ik niet naar huis mocht.
2.
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 275-279 van het dossier), inhoudende de verklaring van aangeefster:
V: Je had verklaard dat je op 5 december 2021, nog een tijdje was gebleven omdat je niet naar huis mocht. Waarom mocht je niet naar huis?
A: Dat weet ik niet. Dat heeft hij niet gezegd.
V: Hoe maakten ze duidelijk dat jij niet weg mocht gaan?
A: Als ik aangaf dat ik naar huis wilde gaan, zeiden ze "Nee je blijft hier, je gaat nog niet weg".
V: Wie zei dit?
A: [medeverdachte 1] . Van [naam] mocht ik ook niet weg, maar wat zij zei weet ik ook niet meer.
V: Hielden ze je alleen verbaal tegen?
A: Nee want toen [verdachte] mij wilde taseren, toen pakte ik mijn helm en liep ik naar de voordeur. Toen kwam [medeverdachte 1] achter mij aangerend en pakte hij mij bij mijn jas en zei hij "Nee je gaat nog niet weg, dit is een kanker grap, je gaat op de bank zitten". Vervolgens duwde hij mij terug op de bank.
3.
Het proces-verbaal van politie [nummer] pagina 280-283 van het dossier), inhoudende de verklaring van [getuige] .
Ik kan mij ervan herinneren dat het moeizaam ging voordat [slachtoffer] weg was. Ik weet niet of ze werd tegengehouden, ik had daar geen zicht op. Het ging moeizaam omdat die twee meisjes achter haar aan gingen.
4.
De verklaring van de verdachte op de zitting van 28 juli 2022, inhoudende:
U vraagt mij of ik zelf op enig moment heb gezegd dat het slachtoffer niet weg mocht. [medeverdachte 1] had de voordeur op slot gedraaid zodat zij niet weg kon. Hij zei ook dat ze niet weg mocht.
1.
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 22-26 van het dossier), inhoudende de verklaring van aangeefster;
Zondag 5 december 2021 was ik rond 17.15 uur bij [medeverdachte 1] thuis aan de [adres 2] in Gouda. [verdachte] pakte mij bij haren en trok mijn naar de badkamer/wc op de begaande grond. Ik voelde hevige pijn op mijn hoofd. Hij zei pijp me dan en drukte mijn hoofd naar beneden maar dit lukte niet. hij had zijn broek nog aan. Hij heeft daarna mijn hoofd geprobeerd in de wc-pot te duwen maar doordat ik mijn arm op de wc had kreeg hij mijn hoofd niet naar beneden.
2.
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 45-52 van het dossier), inhoudende de verklaring van aangeefster;
[verdachte] zei tegen mij: "lekker pijpen, lekker pijpen, lekker he" Volgens mij zei hij ook kankerhoer maar dat weet ik niet meer zeker. Ik heb tegen hem gezegd, een aantal keer, ik bleef het herhalen 4 a 5 keer: "nee, ik wil het niet" Wij waren samen in de badkamer. [verdachte] bleef zeggen: "lekker pijpen".
3.
Het proces-verbaal van politie [nummer] pagina 280-283 van het dossier), inhoudende de verklaring van [getuige] .
U vraagt mij of ik wat kan verklaren over dat er gezegd zou zijn dat [slachtoffer] de hond of [verdachte] moest pijpen. Ja, ze zaten de hele tijd van die achterlijke seksistische grappen te maken inderdaad. Dit werd een beetje tegen elkaar gezegd. Ook vanuit [medeverdachte 1] werd er een 'grap' naar mij geslingerd of ik wilde dat ze mij ging pijpen. Ik vond dit echt belachelijk en zei ook direct dat die normaal moest doen. Ik weet niet of hij bedoel dat de [slachtoffer] mij moest pijpen of niet. Maar het ging de hele tijd over haar dus het zou best kunnen. U vraagt mij wat ik dacht toen [slachtoffer] naar de badkamer werd getrokken. Ik hoopte in ieder geval dat er niks, ja gelukkig was het alleen dat, het is nog steeds erg. Ik dacht dat ze haar wat zouden aandoen, maar dan echt erg op seksueel gebied.
Opgave van bewijsmiddelen
De verklaring van de verdachte op de zitting van 28 juli 2022;
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 45-52 van het dossier), inhoudende het verhoor van aangeefster;
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 290-292 van het dossier), inhoudende het relaas van de [verbalisant] ;
Het proces-verbaal van politie [nummer] (pagina 210-220 van het dossier), inhoudende het verhoor van [medeverdachte 2] .
Een geschrift, bevattende medische informatie betreffende [slachtoffer] van 7 december 2021, opgemaakt door de arts B. Blackstone (pagina 53-54 van het dossier).
Alle hierboven genoemde processen-verbaal zijn, voor zover niet anders vermeld, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en de voor het bewijs gebezigde inhoud daarvan is telkens zakelijk weergegeven.