ECLI:NL:RBDHA:2022:8210
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke openbaarmaking van stukken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft verzoekster, een B.V., een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) om openbaarmaking van documenten met betrekking tot sponsorovereenkomsten en andere contracten met betrekking tot coronavaccins. Het primaire besluit van 23 december 2021 om de documenten gedeeltelijk openbaar te maken, werd uitgesteld. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het verzoek doorstuurde naar de rechtbank Den Haag. Op 3 februari 2022 trok verzoekster haar verzoek om een voorlopige voorziening in, maar vroeg wel om vergoeding van proceskosten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het bestuursorgaan verzoekster tegemoet is gekomen door de openbaarmaking op te schorten en heeft verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 759,-. Tevens wordt het betaalde griffierecht van € 365,- terugbetaald. De uitspraak is gedaan op 14 maart 2022 door mr.drs. J.J.P. Bosman, in aanwezigheid van griffier A.J. van Rossum.