ECLI:NL:RBDHA:2022:821

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 februari 2022
Publicatiedatum
7 februari 2022
Zaaknummer
C/09/18/81 R en C/09/18/82 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van een schone lei aan schuldenaren na afloop van de wettelijke schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 februari 2022 uitspraak gedaan in de zaken van twee schuldenaren die onder de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) vallen. De rechtbank beoordeelt of de schuldenaren aan de verplichtingen van de WSNP hebben voldaan, wat noodzakelijk is voor het verkrijgen van de zogenaamde 'schone lei'. Deze schone lei houdt in dat schuldeisers hun vorderingen niet meer op de schuldenaren kunnen verhalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenaren op 8 maart 2018 zijn toegelaten tot de WSNP en dat de looptijd van de regeling op 1 maart 2021 met 12 maanden is verlengd. De bewindvoerder heeft op 8 december 2021 gerapporteerd dat de boedelachterstand volledig is ingelost. Op 3 januari 2022 heeft de bewindvoerder gemeld dat de schuldenaren een nieuwe schuld aan het CAK hebben betaald, maar dat er nog een resterende schuld aan een andere crediteur van € 2.346,58 is, waarover nog onderhandelingen plaatsvinden. De rechtbank heeft op basis van deze informatie geoordeeld dat de schuldenaren niet (toerekenbaar) tekort zijn geschoten in hun verplichtingen en heeft hen de schone lei verleend. De rechtbank heeft ook de vergoeding van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.840,59 en het vastrecht op € 1.332,-. De beslissing is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummers: C/09/18/81 R en C/09/18/82 R
vonnis van 7 februari 2022
in de zaken van:
[schuldenaar]
geboren op [geboortedatum] 1970 te [geboorteplaats],
en
[schuldenares]
geboren op [geboortedatum] 1972 te [geboorteplaats 2],
beiden wonende te [adres], [postcode en woonplaats].
Waar deze zaak over gaat
[schuldenaren] zitten in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De looptijd van die regelingen is verstreken. De rechtbank beoordeelt nu of [schuldenaren] aan de verplichtingen hebben voldaan die horen bij de WSNP. In dat geval wordt aan [schuldenaren] de zogenoemde “schone lei” verleend. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen niet meer op [schuldenaren] kunnen verhalen.
De rechtbank zal aan [schuldenaren] de schone lei verlenen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.Verloop van de procedure

1.1.
[schuldenaren] zijn op 8 maart 2018 toegelaten tot de WSNP. Daarbij is mr. W.J. Don tot rechter-commissaris en N. Pavljasevic (Van der Linden C.S.) te Zwijndrecht tot bewindvoerder benoemd.
1.2.
De rechtbank heeft op 1 maart 2021 de looptijd van de regelingen verlengd met 12 maanden, zodat deze lopen tot 9 maart 2022 of zoveel eerder als de nieuwe schulden en boedelachterstand zijn ingelopen. Daarbij heeft de rechtbank de reguliere informatie, sollicitatie- en afdrachtverplichting opgeschort.
1.3.
De bewindvoerder heeft op 8 december 2021 schriftelijk verslag uitgebracht over het verlengde verloop van de schuldsaneringsregelingen. Uit dit verslag blijkt dat de boedelachterstand volledig is ingelost.
1.4.
Op 3 januari 2022 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht dat [schuldenaren] de nieuwe schuld aan het CAK hebben betaald en dat door hen over de enige resterende nieuwe schuld aan [crediteur] van € 2.346,58 nog een lange tijd zal worden gepraat met [crediteur], waardoor hopelijk zal kunnen worden geschikt en anders wellicht over wordt geprocedeerd. De bewindvoerder adviseert de schone lei aan [schuldenaren] te verlenen. De rechter-commissaris ondersteunt dat advies.
1.5.
De eindzitting heeft op 7 februari 2022 buiten aanwezigheid van [schuldenaren] en de bewindvoerder plaatsgevonden.

2.De beoordeling

2.1.
Met het bericht van de bewindvoerder van 3 januari 2022 is (voldoende) voldaan aan de voorwaarden van de verlenging van de regelingen; de nieuwe schulden, voor zover deze concreet zijn, en de boedelachterstand zijn voldaan. De verlengde looptijd is daarom verstreken op 3 januari 2022. Om te kunnen beoordelen of aan [schuldenaren] de schone lei wordt verleend, beoordeelt de rechtbank of zij gedurende de looptijd van de WSNP (toerekenbaar) tekort is geschoten in de nakoming van de WSNP-verplichtingen, met andere woorden: of zij deze verplichtingen tijdens de looptijd van de regeling voldoende zijn nagekomen. De WSNP-verplichtingen zijn in de kern: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting).
2.2.
De rechtbank stelt vast dat [schuldenaren] niet (toerekenbaar) tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen. Dat betekent dat de schuldsaneringsregelingen worden beëindigd met de schone lei. Er zijn geen redenen gebleken om tot een ander oordeel te komen.
2.3.
De rechtbank zal de vergoeding van de bewindvoerder vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- stelt vast dat [schuldenaren] niet (toerekenbaar) in de nakoming van één of meer uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen zijn tekortgeschoten;
- verstaat dat de verplichtingen van [schuldenaren] zijn geëindigd op 3 januari 2022, maar dat de schuldsaneringsregelingen eindigen op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden;
- stelt de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 4.840,59 (inclusief de verschuldigde omzetbelasting), voor zover de boedel toereikend is;
- stelt het vastrecht vast op € 1.332,-, voor zover de boedel toereikend is.
Dit is een beslissing van mr. H.J. van Harten, rechter, in samenwerking met C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B., griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2022.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.