ECLI:NL:RBDHA:2022:8125

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
15 augustus 2022
Zaaknummer
C/09/629634 / KG RK 22-623
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Juridische procedure inzake goedkeuring benoeming bestuurslid Stichting St. Maarten

In deze zaak heeft de Stichting St. Maarten, opgericht als weeshuis voor jongens en nu een vermogensfonds, een juridische procedure aangespannen tegen de R.K. bisschop van Rotterdam, Johannes Harmannes Jozefus van den Hende. De bisschop had de goedkeuring onthouden voor de benoeming van een bestuurslid, mevrouw [naam], op basis van zijn uitgangspunt dat alleen katholieken met een vast geloof en een rechtschapen levenswandel tot bestuurslid benoembaar zijn. Het bestuur van de Stichting is van mening dat de bisschop deze eisen niet kan stellen, aangezien de Stichting een privaatrechtelijke rechtspersoon is zonder katholieke grondslag. De voorzieningenrechter heeft op 8 juni 2022 beslist dat mgr. Van den Hende als persoon moet worden aangewezen tegen wie de juridische procedure kan worden gevoerd, conform artikel 2:15 lid 3 sub b BW. Tevens is het verzoek om de kosten van de procedure voor rekening van de Stichting te laten komen afgewezen, aangezien dit reeds voortvloeit uit de wet. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel - voorzieningenrechter
zaaknummer / rekestnummer: C/09/629634 / KG RK 22-623
Beschikking van de voorzieningenrechter van 8 juni 2022
in de zaak van
Stichting “St. Maarten”te Leiden,
verzoekster,
advocaat mr. T. van Kooten te Utrecht,
en
Johannes Harmannes Jozefus van den Hendeq.q. R.K. bisschop van Rotterdam,
kantoor houdende te Rotterdam,
belanghebbende,
advocaat mr. S.W. Holterman te Utrecht.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 19 mei 2022 ingekomen verzoekschrift, met producties 1 tot en met 3,
- het op 2 juni 2022 ingekomen verweerschrift van mr. Holterman.
Desgevraagd hebben partijen te kennen gegeven zich te kunnen vinden in het zonder mondelinge behandeling afdoen van voorliggend verzoekschrift.

2.Het geschil

2.1.
Het verzoek van Stichting “St. Maarten” (hierna: de Stichting) strekt ertoe
- ( primair) belanghebbende (hierna: mgr. Van den Hende, ook wel “de bisschop”), dan wel (subsidiair) een andere door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen persoon op de voet van art. 2:15 lid 3 sub b BW aan te wijzen als de persoon jegens wie de nader te noemen juridische procedure kan worden gevoerd;
- te bepalen dat de kosten van deze procedure voor rekening komen van de Stichting.
2.2.
Aan het verzoek wordt door de Stichting het volgende ten grondslag gelegd. De Stichting is opgericht in 1761 als een weeshuis voor jongens. De Stichting is nu een vermogensfonds dat vanuit een christelijke levensbeschouwing maatschappelijke hulp en zorg (materieel en geestelijk) geeft aan organisaties die opkomen voor hulpbehoevende jongeren in Leiden of directe omgeving. Gelet op de statuten van de Stichting (laatstelijk gewijzigd op 17 juli 2001) kent de Stichting een tweetal organen, te weten haar bestuur en de bisschop. De bisschop vervult binnen de Stichting een toezichthoudende taak hetgeen onder meer blijkt uit de bevoegdheid om benoemingen van bestuurders goed te keuren (artikel 4 lid 3 en 4 van de statuten). De bisschop hanteert de laatste jaren het uitgangspunt dat alleen “katholieken, die uitmunten door een vast geloof, een rechtschapen
levenswandel en een wijs oordeel” tot bestuurslid benoembaar zijn.
Volgens het bestuur geven de statuten de bisschop evenwel geen ruimte om vanuit zijn goedkeuringsbevoegdheid dergelijke eisen te stellen nu de Stichting een privaatrechtelijke rechtspersoon is zonder katholieke grondslag.
2.3.
Bij brief d.d. 11 juni 2021 is van de zijde van de bisschop aan het bestuur bericht dat de benoeming van mevrouw [naam] als bestuurder van de Stichting wegens het niet voldoen aan het door de bisschop gehanteerde uitgangspunt niet wordt goedgekeurd, waarbij wordt opgemerkt dat de bisschop voor wat betreft het wel of niet goedkeuren van nieuwe bestuursleden een ongeclausuleerde goedkeuringsbevoegdheid heeft.
2.4.
Het bestuur van de Stichting kan zich niet verenigen met het door de bisschop onthouden van de goedkeuring van de benoeming van mevrouw [naam] als lid van het bestuur van de Stichting en is daarom voornemens om met het oog op vernietiging van het besluit van de bisschop ex art. 2:15 lid 3 sub b BW een juridische procedure te starten. Met het oog op die procedure kan de voorzieningenrechter worden verzocht een persoon aan te wijzen tegen wie die procedure kan worden gevoerd. In dit verband heeft het bestuur te kennen gegeven dat het praktisch gezien voor de hand ligt om iemand aan te wijzen die bij het gewraakte besluit d.d. 11 juni 2021 betrokken is geweest. Om die reden verzoekt het bestuur de voorzieningenrechter primair mgr. Van den Hende q.q. R.K. bisschop van Rotterdam als bedoeld persoon aan te wijzen.

3.De beoordeling

3.1.
Mede gezien het feit dat tegen het verzoek van de Stichting van de zijde van de bisschop geen wezenlijk verweer is gevoerd, zij het dat van die zijde is aangedragen dat het wellicht zuiverder is de “bisschop van Rotterdam” als bedoeld persoon aan te wijzen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding (het bestuur van) de Stichting te volgen in haar primaire verzoek en - als verzocht - mgr. Van den Hende q.q. R.K. bisschop van Rotterdam aan te wijzen als persoon in de zin van art. 2:15 lid 3 sub b BW.
3.2.
Het verzoek om te bepalen dat de kosten van de procedure ex artikel 2:15 lid 3 sub b BW voor rekening komen van verzoekster zal worden afgewezen, nu dat reeds voortvloeit uit de wet.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter:
4.1.
wijst Johannes Harmannes Jozefus van den Hende q.q. R.K. bisschop van Rotterdam, kantoor houdende aan het Koningin Emmaplein 3 te (3016 AA) Rotterdam aan als degene, bedoeld in artikel 2:15 lid 3 sub b BW, tegen wie de vorderingen van de Stichting, strekkende tot (onder meer) vernietiging van het besluit van de R.K. Bisschop van Rotterdam, strekkende tot onthouding van goedkeuring van de benoeming van mevrouw [naam] tot bestuurslid van de Stichting, medegedeeld bij brief d.d. 11 juni 2021, kunnen worden ingesteld;
4.2.
verklaart deze beschikking tot zo ver uitvoerbaar bij voorraad;
4.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.J. Vetter, voorzieningenrechter,
op 8 juni 2022.
fl