ECLI:NL:RBDHA:2022:8036
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Eervol ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid en onderzoek herplaatsingsmogelijkheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een medewerker van de brandweer, en het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Haaglanden. Eiser was sinds 2004 werkzaam als Medewerker Incidentenbestrijding II, maar werd op 13 februari 2018 ongeschikt verklaard voor zijn functie. Op 12 april 2021 verleende verweerder eiser eervol ontslag wegens volledige arbeidsongeschiktheid, met ingang van 1 mei 2021, op basis van artikel 8:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Haaglanden (Arg VRH). Eiser ging tegen dit besluit in beroep, omdat hij meende dat de herplaatsingsmogelijkheden niet adequaat waren onderzocht.
Tijdens de zitting op 12 april 2022 heeft eiser, via een beeldverbinding, zijn standpunt toegelicht. Hij stelde dat de bedrijfsarts in 2019 had aangegeven dat hij inzetbaar was in passende arbeid en dat er geen zorgvuldig onderzoek was gedaan naar zijn mogelijkheden voor herplaatsing. Verweerder heeft echter betoogd dat er geen concrete aanknopingspunten waren voor de verwachting dat eiser binnen afzienbare tijd weer in staat zou zijn om passende werkzaamheden te verrichten. De rechtbank heeft overwogen dat het ontbreken van een zorgvuldig onderzoek naar passende werkzaamheden niet automatisch leidt tot onrechtmatigheid van het ontslag, maar kan wel invloed hebben op de redelijkheid van het besluit.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat verweerder in redelijkheid van zijn bevoegdheid tot ontslagverlening gebruik heeft kunnen maken. Eiser was meermalen ziek uitgevallen en er waren geen concrete werkzaamheden die hij kon verrichten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 augustus 2022.