ECLI:NL:RBDHA:2022:7853

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
2 augustus 2022
Zaaknummer
C/09/631323 / JE RK 22-1303
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Trajectmachtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en aansluitend in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder

In deze zaak heeft de kinderrechter op 14 juli 2022 uitspraak gedaan over een trajectmachtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, gevolgd door een plaatsing in een open setting. De zaak is ingeleid door een verzoekschrift van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, dat op 27 juni 2022 is ingediend. De minderjarige, geboren in 2005, verblijft op dat moment in een gesloten accommodatie en heeft te maken met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige baat heeft bij de structuur en kaders die de gesloten setting biedt, en dat een overplaatsing naar een open instelling noodzakelijk is om verdere ontwikkeling te waarborgen.

De kinderrechter heeft de ouders en de minderjarige zelf gehoord, waarbij is gebleken dat er instemming is met het verzoek. De ouders hebben aangegeven dat de minderjarige positieve stappen heeft gezet en dat zij hen blijven ondersteunen in de hulpverlening. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten machtiging onderbouwd door te verwijzen naar de positieve ontwikkeling van de minderjarige binnen de gesloten setting en het belang van een goede overgang naar de open instelling.

De beslissing houdt in dat de minderjarige van 22 juli 2022 tot 7 januari 2023 in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zal verblijven, waarna zij zal worden overgeplaatst naar een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaaksgegevens: C/09/631323 / JE RK 22-1303
Datum uitspraak: 14 juli 2022

Beschikking van de kinderrechter

Trajectmachtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp en aansluitend in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder
in de zaak naar aanleiding van het op 27 juni 2022 ingekomen verzoekschrift van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
betreffende:

[minderjarige] geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats]

hierna te noemen: [minderjarige] ,
bijgestaan door advocaat: mr. S.K. Gopal te ’s-Gravenhage.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de man]

hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats 1]

[de vrouw]

hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats 2] .

Het procesverloop

De kinderrechter heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- de instemmingsverklaring d.d. 27 juni 2022 van een gedragswetenschapper als bedoeld in
artikel 6.1.2, zesde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren
heeft onderzocht.
Op 14 juli 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Daarbij zijn verschenen:
- [vertegenwoordiger van de GI] namens de gecertificeerde instelling;
- [minderjarige] , bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
- de moeder.

Feiten

- [minderjarige] is erkend door de vader.
- De vader en de moeder zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag.
- [minderjarige] verblijft feitelijk in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, te weten bij [verblijfplaats]
- De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 3 mei 2022 [minderjarige] onder toezicht gesteld van 3 mei 2022 tot 7 januari 2023 en machtiging verleend om [minderjarige] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven van 3 mei 2022 tot 22 juli 2022.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft de Raad voor Rechtsbijstand gelast een advocaat aan [minderjarige] toe te voegen.

Verzoek en verweer

Het verzoek strekt tot een trajectmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 1 september 2022, gevolgd door een machtiging uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 7 januari 2023. Ter zitting heeft de gecertificeerde instelling het verzoek gewijzigd, in die zin dat is verzocht om een trajectmachtiging in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp gevolgd door een machtiging uithuisplaatsing in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder van 22 juli 2022 tot 7 januari 2023.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [minderjarige] verblijft sinds 22 april 2022 op een gesloten groep van [verblijfplaats] Zij gedraagt zich en houdt zich aan de afspraken. Wel vertoont zij af en toe nog zorgelijk gedrag, gelegen in het betrokken raken bij incidenten en haar contact met mannelijke groepsleiders. Tijdens de gesloten plaatsing is [minderjarige] ook veertien kilo aangekomen. Zij lijkt haar verslavingsgedrag van blowen te hebben verplaatst naar eten. De gecertificeerde instelling ziet dat [minderjarige] gebaat is bij de structuur en kaders die de gesloten setting haar biedt. De gecertificeerde instelling meent dat een plaatsing bij (één van) de ouders nog niet tot de mogelijkheden behoort, omdat [minderjarige] nog niet heeft gewerkt aan haar verslaving en de onderliggende problematiek. Het is belangrijk dat het negatieve patroon wordt doorbroken, omdat het risico anders groot is dat [minderjarige] terugvalt in haar oude gedrag. De gecertificeerde instelling vindt een opname bij GGZ [beoogde verblijfplaats] een passende vervolgplek voor [minderjarige] . Hier zal diagnostiek worden verricht, zal gekeken worden naar haar onverwerkte trauma’s en zal behandeling ingezet worden voor haar verslavingsgedrag. Er is eind augustus 2022 plek voor haar. Om de komende weken te overbruggen verzoekt de gecertificeerde instelling een korte verlenging van de gesloten machtiging. [minderjarige] zal de komende weken veel vrijheden krijgen op de gesloten groep, zodat het zo veel mogelijk lijkt op een open groep. De opname bij [beoogde verblijfplaats] duurt maximaal veertien weken, waarbij zij in het weekend naar huis gaat. Na haar behandeling zal ze binnen een open setting gefaseerd toewerken naar huis of toewerken richting zelfstandigheid.
Door en namens [minderjarige] is ingestemd met het verzochte. Hoewel zij eerst niet achter het plan stond, kan zij zich er nu wel in vinden. Zij krijgt de komende weken namelijk veel vrijheden binnen de gesloten setting. [minderjarige] geeft aan dat ze al positieve stappen heeft gezet, maar dat ze er nog niet is. Ze hoopt dat ze haar bij [beoogde verblijfplaats] kunnen helpen met haar onderliggende problematiek.
De ouders hebben ingestemd met het verzochte. [minderjarige] heeft de afgelopen tijd flinke stappen gezet. Het is fijn dat [minderjarige] weer een toekomstperspectief heeft. De ouders zullen haar blijven ondersteunen en werken ook mee aan de hulpverlening, zodat de negatieve patronen binnen het gezin worden doorbroken.
Beoordeling
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter zitting naar voren is gekomen, van oordeel dat sprake is van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [minderjarige] naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp noodzakelijk zijn om te voorkomen dat [minderjarige] zich aan de jeugdhulp die zij nodig heeft onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Daarbij overweegt de kinderrechter dat [minderjarige] een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt binnen de gesloten setting. Ze heeft baat gehad bij de structuur, kaders en rust die de gesloten setting biedt. Ze is gestabiliseerd en houdt zich aan de regels op de groep. Over enkele weken kan zij doorstromen naar GGZ [beoogde verblijfplaats] . Daar zal diagnostiek worden verricht, waarna de juiste behandeling ingezet kan worden. Om de weken tot de overplaatsing te overbruggen vindt de kinderrechter de gesloten machtiging nog noodzakelijk. Daarbij merkt de kinderrechter op dat de vrijheden van [minderjarige] binnen de gesloten setting zijn verruimd, waardoor zij al zoveel mogelijk kan wennen aan de vrijheden van een open instelling. Zodra er plek is bij [beoogde verblijfplaats] , dient [minderjarige] direct overgeplaatst te worden. De kinderrechter oordeelt daarbij dat de huidige machtiging ertoe strekt dat [minderjarige] na plaatsing in de open instelling niet terug kan worden geplaatst naar een gesloten instelling. De kinderrechter wijst de trajectmachtiging, waartegen geen verweer is gevoerd, toe als verzocht.
Daarom zal als volgt worden beslist.

Beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp zoals bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, van de Jeugdwet, en verleent Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland aansluitend een machtiging om [minderjarige] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, van 22 juli 2022 tot 7 januari 2023;
en
bepaalt dat zodra de machtiging om [minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te plaatsen ten uitvoer wordt gelegd, de gegeven machtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp komt te vervallen;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2022 door mr. S.M. Borkent, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.M. Dreef als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoeker en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van
het gerechtshof Den Haag.