ECLI:NL:RBDHA:2022:7748

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 juli 2022
Publicatiedatum
28 juli 2022
Zaaknummer
NL22.657
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige homoseksuele gerichtheid en onzorgvuldig gehoor

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiser, een Nigeriaanse man, een verblijfsvergunning asiel heeft aangevraagd op basis van zijn homoseksuele gerichtheid. Eiser stelt dat hij vreest voor vervolging in Nigeria vanwege zijn geaardheid, die daar strafbaar is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat hij de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig tot stand is gekomen. Eiser heeft in eerdere verklaringen aangegeven dat hij de voorkeur geeft aan het gebruik van de Engelse taal tijdens de procedure, en er zijn geen aanwijzingen dat hij onvoldoende Engels spreekt om zijn asielmotieven te kunnen toelichten. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een onzorgvuldig gehoor vanwege de taal.

Daarnaast heeft de rechtbank de medische informatie van MediFirst in overweging genomen, die bevestigde dat eiser in staat was om gehoord te worden. De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn psychische beperkingen hem belemmerden in het proces.

Wat betreft de homoseksuele gerichtheid van eiser, heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn persoonlijke ervaringen. De rechtbank concludeert dat verweerder niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL22.657
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. M.L. Hoogendoorn),
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
ProcesverloopBij besluit van 31 december 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 16 juni 2022 op zitting behandeld. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Als tolk is verschenen J.E. Hynd. Tevens was aanwezig [A] , werkzaam bij het Leger des Heils. Verweerder heeft zich afgemeld voor de zitting.
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser, geboren op [geboortedag] 1990 en van Nigeriaanse nationaliteit, heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is en dat men in Nigeria hiervan op de hoogte is geraakt. Homoseksualiteit is in Nigeria strafbaar en eiser vreest daarom voor vervolging bij terugkeer.
Het bestreden besluit
2. Verweerder acht de door eiser opgegeven identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig. De homoseksuele gerichtheid van eiser en de problemen die eiser in dit verband heeft aangevoerd, acht verweerder ongeloofwaardig. Verweerder wijst de asielaanvraag daarom af als ongegrond. [1]
Wat stelt eiser in beroep?
3. Het bestreden besluit is onzorgvuldig tot stand gekomen en ondeugdelijk gemotiveerd. Eiser is in het nader gehoor ten onrechte niet gehoord met een tolk in zijn moedertaal Ika en er is onvoldoende rekening gehouden met de medische informatie over zijn psychische beperkingen. De homoseksuele geaardheid van eiser en de daaruit voortvloeide problemen zijn ten onrechte ongeloofwaardig geacht. Verweerder is ten onrechte voorbij gegaan aan de overgelegde verklaring van Teddy Lyon, oprichter van de LHBTI-organisatie Open Closet.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. Het betoog van eiser slaagt niet. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.

Zorgvuldigheid gehoor

Tolk Ika
4.1.
Eiser heeft in het gehoor bij de politie op 13 november 2020 verklaard dat hij Engels spreekt en dat Engels de taal is die zijn voorkeur heeft voor het verdere verloop van de asielprocedure. In de correcties en aanvullingen op het verslag van het aanmeldgehoor (in het Pidgin Engels) van 20 november 2020, is er geen melding van gemaakt dat eiser in het vervolg in zijn moedertaal Ika wil worden gehoord. Voorafgaand aan het nader gehoor van 4 augustus 2021 heeft eiser uitdrukkelijk verklaard dat hij de tolk in het Engels goed kan verstaan en zich in het Engels voldoende kan uitdrukken. Aan het einde van dat gehoor heeft eiser verklaard dat hij de tolk goed heeft verstaan en begrepen, en dat het gesprek goed en helder was. Uit het gehoorverslag blijkt ook niet van communicatieproblemen tussen eiser en de tolk. Gezien het voorgaande neemt verweerder niet ten onrechte aan dat eiser in het nader gehoor is gehoord in een taal waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat eiser deze taal kan verstaan en zich in deze taal voldoende kan uitdrukken. Eiser heeft geen concrete aanwijzingen benoemd waaruit volgt dat het voor verweerder duidelijk had moeten zijn dat eiser het Engels onvoldoende beheerst om over zijn asielmotieven te kunnen vertellen. Van een onzorgvuldig gehoor vanwege de taal waarin eiser is gehoord, is geen sprake.
Psychische beperkingen
4.2.
Het nader gehoor, dat eerst op een eerdere datum stond geagendeerd, heeft verweerder uitgesteld totdat ten aanzien van eiser een medisch advies is uitgebracht door MediFirst. Op 5 juli 2021 heeft MediFirst, na eiser in persoon te hebben gezien, geadviseerd dat eiser kan worden gehoord. Uit dit medisch advies blijkt dat de omstandigheid dat eiser medicatie gebruikt en onder behandeling van een medisch specialist staat, meegewogen is bij het advies. MediFirst heeft geadviseerd dat de klachten van eiser medisch gezien geen beperkingen opleveren voor het horen en beslissen. Dat deze conclusie onjuist is, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. Uit de gehoorverslagen en het (in beroep) overgelegde medisch dossier blijkt niet dat eiser ten tijde van het nader en/of het aanvullend gehoor, met dusdanige medische beperkingen kampte dat hij niet over zijn asielmotieven kon worden gehoord. De enkele omstandigheid dat eiser antidepressiva gebruikt(e) is onvoldoende voor een ander oordeel. Verweerder heeft met de gehoorverslagen en de motivering van het bestreden besluit voldoende inzichtelijk gemaakt dat bij het horen van eiser rekening is gehouden met het uitgebrachte medisch advies. Verweerder mocht dan ook uitgaan van de verklaringen van eiser in het nader gehoor.

Homoseksuele gerichtheid

4.3.
Eiser heeft ten aanzien van het moment dat hij ontdekte dat hij op mannen valt tegenstrijdig verklaard. Over de gestelde ontwikkeling van zijn gevoelens, die hij zou hebben doorgemaakt, en zijn relaties met [B] en [C] , heeft eiser vaag, summier en in algemeenheden verklaard. Zo weet eiser over [B] weinig meer te verklaren dan dat hij zacht, stil en aardig was. Dat van eiser niet mocht worden verwacht om hierover meer en gedetailleerder te verklaren, heeft eiser niet aannemelijk gemaakt. Verweerder heeft eiser dan ook niet ten onrechte tegengeworpen dat eiser met zijn verklaringen geen inzicht heeft geboden in zijn persoonlijke ervaringen en gevoelens met betrekking tot zijn homoseksuele gerichtheid. Verder heeft verweerder eiser niet ten onrechte tegengeworpen dat eiser niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe zijn christelijke geloof met zijn homoseksuele gerichtheid samengaat, gelet op de kritische opstelling van de kerk tegenover homoseksuelen en zijn stelling dat zijn vader priester was. Ook stelt verweerder niet ten onrechte dat de omstandigheid dat eiser in Italië, waar hij een asielprocedure heeft doorlopen en zes jaar heeft gewoond, geen contact met LHBTI-organisaties heeft gezocht, afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van zijn gestelde homoseksuele gerichtheid.
De overgelegde stukken [2] van derden heeft verweerder kenbaar in de beoordeling betrokken. Verweerder heeft deugdelijk gemotiveerd welke waarde hij aan deze stukken toekent en waarom eiser met deze stukken zijn gestelde homoseksuele gerichtheid niet alsnog aannemelijk heeft gemaakt. De verwijzing naar het rapport ‘Trots of schaamte? – het vervolg’ van het COC brengt hierin geen verandering. Het is aan eiser om met eigen verklaringen zijn asielrelaas aannemelijk te maken. Daarin is eiser niet geslaagd. Het rapport schetst een algemeen beeld, maar zegt niets over de specifieke situatie van eiser en brengt geen wijziging in de door hem gegeven verklaringen.

Geloofwaardigheid problemen

4.4.
Verweerder heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser met betrekking tot het incident in zijn ouderlijk huis en de gebeurtenissen hierna, bevreemdingwekkende en ongerijmde verklaringen heeft afgelegd. Niet valt in te zien dat eiser in zijn ouderlijk huis met [B] heeft afgesproken, terwijl zijn hele familie thuis was en zijn geaardheid afkeurde. Ook valt niet in te zien dat eiser geen voorzorgmaatregelen zou hebben getroffen om niet door familieleden te worden betrapt tijdens het verrichten van seksuele handelingen. Nu eiser heeft verklaard dat zijn familie al lange tijd van zijn geaardheid heeft geweten, maar dit binnenshuis heeft gehouden om te voorkomen dat dit naar buiten zou worden gebracht, heeft verweerder niet ten onrechte niet aannemelijk geacht dat de familie van eiser naar aanleiding van het gestelde incident, op straat is gaan schreeuwen dat eiser homoseksueel is. De uitleg van eiser dat deze reactie van zijn familie door emoties en religieuze redenen teweeg zou zijn gebracht, heeft verweerder niet ten onrechte onvoldoende geacht. Zo geeft dit onvoldoende verklaring voor het feit dat de familie van eiser het over straat heeft geschreeuwd dat eiser homoseksueel zou zijn en valt niet in te zien dat de familie niet eerder al openlijk afstand van eiser zou hebben genomen.
Conclusie
5. Verweerder heeft de homoseksuele gerichtheid en de daaruit voortvloeiende problemen van eiser, die hij aan zijn asielaanvraag ten grondslag heeft gelegd, niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht. De aanvraag is op goede gronden afgewezen.
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. van der Waals, rechter, in aanwezigheid van
mr. I.N. Powell, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
2.Lidmaatschapskaarten van Out en Proud, en van Open Closet; een brief van Teddy Lyon, oprichter van Open Closet van 12 juni 2021; en een brief van het Leger des Heils van 11 november 2020.