ECLI:NL:RBDHA:2022:7748
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige homoseksuele gerichtheid en onzorgvuldig gehoor
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juli 2022 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiser, een Nigeriaanse man, een verblijfsvergunning asiel heeft aangevraagd op basis van zijn homoseksuele gerichtheid. Eiser stelt dat hij vreest voor vervolging in Nigeria vanwege zijn geaardheid, die daar strafbaar is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen, omdat hij de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig achtte. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig tot stand is gekomen. Eiser heeft in eerdere verklaringen aangegeven dat hij de voorkeur geeft aan het gebruik van de Engelse taal tijdens de procedure, en er zijn geen aanwijzingen dat hij onvoldoende Engels spreekt om zijn asielmotieven te kunnen toelichten. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een onzorgvuldig gehoor vanwege de taal.
Daarnaast heeft de rechtbank de medische informatie van MediFirst in overweging genomen, die bevestigde dat eiser in staat was om gehoord te worden. De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn psychische beperkingen hem belemmerden in het proces.
Wat betreft de homoseksuele gerichtheid van eiser, heeft de rechtbank vastgesteld dat eiser tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd en onvoldoende inzicht heeft gegeven in zijn persoonlijke ervaringen. De rechtbank concludeert dat verweerder niet ten onrechte heeft geoordeeld dat de homoseksuele gerichtheid van eiser ongeloofwaardig is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.