ECLI:NL:RBDHA:2022:773
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag tijdens proeftijd van ambtenaar wegens allergieën en ontheffing uit opleiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, en de staatssecretaris van Defensie. De eiser werd op 14 januari 2021 ontheven uit de Leergang Algemeen Opsporingsambtenaar (LAO) en op 28 januari 2021 eervol ontslagen wegens ontheffing uit de initiële opleiding. Dit ontslag volgde op een medische keuring waarbij een allergie voor noten en melkbestanddelen werd vastgesteld. De eiser heeft tegen de besluiten bezwaar aangetekend, maar dit werd door de staatssecretaris niet-ontvankelijk verklaard en ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld en op 22 december 2021 een zitting gehouden waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris in redelijkheid tot het oordeel heeft kunnen komen dat de eiser niet voldeed aan de eisen die aan de functie werden gesteld, gezien de ernst van zijn allergieën. De rechtbank benadrukte dat de veiligheid van de eiser en zijn collega's in gevaar kon komen in situaties waarin niet gegarandeerd kon worden dat er notenvrij voedsel beschikbaar was. De rechtbank verwierp de argumenten van de eiser dat zijn ontslag in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel, en concludeerde dat de besluiten van de staatssecretaris rechtmatig waren. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak benadrukt de terughoudendheid van de rechter bij de toetsing van ontslagbesluiten tijdens de proeftijd en de noodzaak voor ambtenaren om te voldoen aan de gestelde eisen voor hun functie, vooral in risicovolle situaties zoals bij de Koninklijke Marechaussee.