Beslissing
*
spreekt de echtscheiding uit tussen partijen, gehuwd op [dag] 2003 te [gemeente] ;
*
verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek te verrichten in de vorm van een netwerkberaad, zoals hiervoor omschreven en bij de Raad voor de Kinderbescherming bekend;
de Raad voor de Kinderbescherming kan daartoe telefonisch een eerste afspraak maken met de ouders die te bereiken zijn op de volgende telefoonnummers en e-mailadressen:
man: [telefoon 1] / [e-mailadres 1]
vrouw: [telefoon 2] / [e-mailadres 2]
bepaalt dat de griffier een afschrift van de processtukken aan de Raad voor de Kinderbescherming zal toesturen;
uiterlijk op 15 december 2022dient de Raad voor de Kinderbescherming zo mogelijk de uitkomsten van het netwerkberaad te hebben uitgebracht aan de rechtbank met kopie aan beide ouders en hun advocaten;
bepaalt dat partijen de rechtbank, na ontvangst van het rapport, kunnen laten weten hoe de procedure zal worden voortgezet, waarbij het uitgangspunt zal zijn dat de zaak op de stukken zal worden afgedaan;
*
bepaalt dat de minderjarigen:
- [kind 1] , geboren op [geboortedag 1] 2008 te [geboorteplaats 1] ,
- [kind 2] , geboren op [geboortedag 2] 2011 te [geboorteplaats 2] .
voorlopig, in afwachting van de resultaten van het netwerkberaad, de hoofdverblijfplaats zullen hebben bij de vrouw;
*
bepaalt dat de kinderen, voorlopig, in afwachting van het netwerkberaad, bij de man zullen zijn:
- om de week van donderdag tot zondagavond, waarbij de man de kinderen donderdagochtend bij de vrouw ophaalt en naar school brengt en hen zondagavond uiterlijk om 20.00 uur weer bij de moeder brengt en waarbij [kind 2] op vrijdagavond bij de moeder slaapt;
- gedurende de helft van de vakanties, in onderling overleg te bepalen;
*
bepaalt dat de man aan de vrouw, met ingang van vandaag een kinderalimentatie ten behoeve van de kinderen(bij co-ouderschap eventueel:
medeverzorgt en opvoedt) van € 356,- per maand, te weten € 178,- per maand per kind zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
*
bepaalt dat de vrouw jegens de man bevoegd is de bewoning van de echtelijke woning te ( [postcode 1] ) Leidschendam, [adres 1] en het gebruik van de zaken die behoren bij deze woning en tot de inboedel daarvan, voort te zetten gedurende zes maanden na de inschrijving van deze beschikking, onder de voorwaarde dat de vrouw deze woning op het moment van die inschrijving bewoont en aan de man uitsluitend of mede toebehoort of ten gebruike toekomt;
*
stelt de verdeling van de huwelijksgemeenschap als volgt vast, onder de voorwaarde van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand:
1. ten aanzien van de echtelijke woning:
de echtelijke woning gelegen te ( [postcode 1] ) [woonplaats] , [adres 1] wordt aan de vrouw toegedeeld onder de voorwaarde dat zij binnen zes maanden na de inschrijving van deze beschikking in de daartoe bestemde registers kan aantonen dat zij in staat is de toedeling van de echtelijke woning tegen de hiervoor genoemde waarde aan haar te financieren door overname van de hypothecaire geldlening en hiervoor de man uit zijn hoofdelijke aansprakelijkheid te doen ontslaan. Indien de vrouw daarin slaagt, zal de vrouw de woning aan haar toebedeeld krijgen, waarbij zij de helft van de overwaarde (te weten de taxatiewaarde ad € 1.050.000,- minus de schuld van de hypothecaire geldlening) van de echtelijke woning aan de man moet voldoen. De kosten in verband met de toedeling van de echtelijke woning aan de vrouw komen voor haar rekening. Indien de vrouw de toedeling van de echtelijke woning niet kan financieren, dient de woning te worden verkocht aan een derde.
2. ten aanzien van het bedrijfspand:
het bedrijfspand gelegen te ( [postcode 2] ) [plaats] , [adres 2] wordt toegedeeld aan de man tegen een waarde van € 280.000,-, onder de verplichting om de helft aan de vrouw te vergoeden;
3. ten aanzien van de lijfrentepolissen:
partijen zijn ieder gerechtigd tot de helft van de waarde van de lijfrentepolissen en zullen onderling afspraken maken omtrent de wijze van verdeling;
4. ten aanzien van de bankrekeningen:
aan de vrouw worden toegedeeld de op haar naam staande bankrekeningen, onder verrekening van het saldo per peildatum, zijnde 18 februari 2021, met de man;
aan de man worden toegedeeld de op zijn naam staande bankrekeningen, onder verrekening van het saldo per peildatum, zijnde 18 februari 2021, met de vrouw;
5. ten aanzien van de voertuigen:
de auto, een Toyota Yaris met kenteken [kenteken] wordt aan de vrouw toegedeeld tegen een waarde van € 7.000,-, onder de verplichting om de helft te vergoeden aan de man;
de motor van het merk Yamaha en de vier brommers van het merk Zundapp worden toegedeeld aan de man tegen een waarde van in totaal € 15.000,-, onder de verplichting om de helft te vergoeden aan de vrouw;
6. ten aanzien van de munten- en postzegelverzamelingen:
de munten- en postzegelverzamelingen worden toegedeeld aan de vrouw tegen een waarde van in totaal € 4.850,-, onder de verplichting om de helft te vergoeden aan de man;
7. ten aanzien van de aandelen in de BV [bedrijfsnaam] :
de aandelen in de BV [bedrijfsnaam] worden toegedeeld aan de man tegen een waarde van € 150.000,-, onder de verplichting om de helft te vergoeden aan de vrouw;
de vordering van de man op de BV, die op 31 december 2020 € 94.433,- bedroeg, wordt toegedeeld aan de man, onder de verplichting om de helft te vergoeden aan de vrouw;
8. ten aanzien van de vorderingen van de vrouw:
stelt vast dat voor zover partijen na de peildatum belastingteruggaven hebben ontvangen die zien op de periode van voor de peildatum, deze bij helfte worden verdeeld;
stelt vast dat voor zover de vrouw meer dan haar aandeel in de onroerendzaakbelasting 2021 en 2022 heeft voldaan, zij een regresvordering op de man heeft, te verrekenen bij de levering van de echtelijke woning;
*
bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
*
verklaart deze beschikking – met uitzondering van de beslissing tot echtscheiding –uitvoerbaar bij voorraad;
*
houdt iedere verdere beslissing
ten aanzien van de hoofdverblijfplaats en de zorgregelingaan tot 15 december 2022;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. N.C. Gantenbein als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 9 juni 2022.