Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudig kamer van 27 juli 2022 in de zaak tussen
[eiser] , h.o.d.n. [h.o.d.n.] , te [vestigingsplaats] , eiser
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Wat vindt eiser in beroep?
Eiser begrijpt evenmin waarom hij jarenlang met rust is gelaten. De verkeersituatie is volgens hem niet gewijzigd. Eiser vindt dat om andere redenen bij het kruispunt sowieso gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Eiser vindt dat hij onevenredig wordt benadeeld.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Per vergissing is de persoonlijke opvatting van de wegbeheerder ook met eiser gedeeld. Het oversteken van het fietspad is niet verboden, maar verweerder moet onnodige bewegingen zoveel als mogelijk voorkomen. Daarbij helpt het niet als klanten die bezig zijn met het aanschaffen van planten en daardoor mogelijk afgeleid kunnen zijn van de verkeersituatie.
5. De rechtbank stelt met verweerder vast dat op grond van de APV voor Den Haag er geen uitstalling mag worden geplaatst op een locatie zonder dat hiervoor een vergunning is verleend. [1] Indien ten minste een van de weigeringsgronden uit de APV zich voordoet, mag de vergunning worden geweigerd.
Weliswaar is vele jaren tegen de niet-vergunde uitstalling op die strook niet opgetreden, maar dit betekent niet dat verweerder op de aanvraag van eiser niet afwijzend mocht beslissen.