Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.de vereniging HET REPUBLIKEINS GENOOTSCHAPte Utrecht ,
STICHTING DE REPUBLIKEIN, te Amsterdam ,
1.DE STAAT DER NEDERLANDEN (Het Ministerie van Algemene Zaken),
MR. [gedaagde]te [plaats 2] ,
1.De procedure
- de dagvaarding met 2 producties,
- de conclusie van antwoord met 1 productie.
2.Het geschil
checks and balanceswaarmee getracht wordt te voorkomen dat instituties en personen misbruik maken van hun macht. Veroordeling van media door de rechter kunnen een
chilling effecthebben waardoor de vervulling van de waakhondfunctie van de pers wordt bemoeilijkt. Burgerrechtorganisaties zoals het Republikeins genootschap hebben volgens het EHRM een functie die vergelijkbaar is met die van de media;
social watchdog. Het Republikeins genootschap ‘blaft’ dan ook in deze procedure omdat de Koning succesvol procedeert tegen de media zonder dat in alle opzichten is voldaan aan de eisen die gesteld moeten worden aan een eerlijk proces. Dat is niet acceptabel, aldus het Republikeins Genootschap en de Republikein. Het Republikeins Genootschap heeft via 935 donateurs deze rechtszaak bekostigd en de helft van de donateurs was geen lid van de vereniging. Daaruit blijkt volgens het Republikeins Genootschap en de Republikein dat het onderwerp – de macht van de Koning – leeft in de Nederlandse samenleving.
3.De beoordeling
a. dat eiser voldoet aan de ontvankelijkheidseisen van artikel 3:305a lid 1 tot en met 3 BW (of niet aan die eisen hoeft te worden voldaan op grond van artikel 3:305a lid 6);
b. dat de eiser voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voeren van deze collectieve vordering efficiënter en effectiever is dan het instellen van een individuele vordering doordat de te beantwoorden feitelijke en rechtsvragen in voldoende mate gemeenschappelijk zijn, het aantal personen tot bescherming van wier belangen de vordering strekt, voldoende is en, indien de vordering strekt tot schadevergoeding, dat zij alleen dan wel gezamenlijk een voldoende groot financieel belang hebben, en
opt-outof
opt-in) en 1018g Rv (de pauze in de procedure). Dat ligt voor vorderingen die niet zien op schadevergoeding voor een bepaalde groep benadeelden wellicht niet altijd in de rede, maar in de wet is daarop geen uitzondering gemaakt voor ideële vorderingen. Het Republikeins Genootschap en de Republikein zullen daarom in de gelegenheid gesteld worden om zich ook daarover uit te laten en in elk geval aan te geven wie als belangenbehartiger zou moeten worden aangewezen, op welke wijze de in artikel 1018e Rv beschreven mededeling zou moeten worden gedaan en wat daarin zou moeten staan.
4.De beslissing
13 juli 2022voor het nemen van een conclusie door het Republikeins Genootschap en de Republikein over de ontvankelijkheidsvereisten beschreven in artikel 1018c lid 5 Rv en de te nemen vervolgstappen beschreven in 1018e en verder Rv, waarna de wederpartij vier weken later een antwoordconclusie kan nemen,