ECLI:NL:RBDHA:2022:7670
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake toekenning briefadres
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, woonachtig in [woonplaats], had bezwaar aangetekend tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen, dat hem op 18 januari 2021 een briefadres had toegekend. Dit besluit werd op 15 maart 2021 door verweerder in het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld via een beeldverbinding, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. C.B. Modderman.
De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit terecht was, omdat eiser geen feitelijk belang meer had bij zijn bezwaar. Aangezien hem een briefadres was toegekend, was er geen doel meer dat hij met zijn bezwaar kon nastreven. De rechtbank concludeerde dat het procesbelang van eiser was verdwenen en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier mr. R. Kroes. Een afschrift van het proces-verbaal is verzonden aan de betrokken partijen.