ECLI:NL:RBDHA:2022:7670

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
27 juli 2022
Zaaknummer
AWB 21/3183
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake toekenning briefadres

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juni 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, woonachtig in [woonplaats], had bezwaar aangetekend tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen, dat hem op 18 januari 2021 een briefadres had toegekend. Dit besluit werd op 15 maart 2021 door verweerder in het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser behandeld via een beeldverbinding, waarbij eiser niet aanwezig was, maar verweerder vertegenwoordigd werd door zijn gemachtigde, mr. C.B. Modderman.

De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit terecht was, omdat eiser geen feitelijk belang meer had bij zijn bezwaar. Aangezien hem een briefadres was toegekend, was er geen doel meer dat hij met zijn bezwaar kon nastreven. De rechtbank concludeerde dat het procesbelang van eiser was verdwenen en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. G.P. Kleijn, in aanwezigheid van griffier mr. R. Kroes. Een afschrift van het proces-verbaal is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 21/3184
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 juni 2022 in de zaak tussen

[eiser], uit [woonplaats], eiser,

en
het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Waddinxveen, verweerder
(gemachtigde: mr. C.B. Modderman).

Procesverloop

Bij besluit van 18 januari 2021 (het primaire besluit) heeft verweerder eiser een briefadres toegekend.
Bij besluit van 15 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 29 juni 2022 met behulp van een beeldverbinding op zitting behandeld. Eiser is niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Verweerder heeft met het bestreden besluit het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat tijdens de behandeling van zijn bezwaar aan eiser een briefadres is toegekend.
2. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit juist is. In bezwaar is niet gebleken dat eiser een doel nastreeft wat hij kan bereiken met zijn bezwaar en dat van feitelijke betekenis is. Hij heeft namelijk een briefadres toegekend gekregen. Verweerder heeft daarom het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. In de bezwaarprocedure is het procesbelang van eiser immers verdwenen.
3. Het beroep is ongegrond.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 juni 2022 door mr. G.P. Kleijn, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Kroes, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.