In deze beschikking heeft de Rechtbank Den Haag op 13 mei 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen de vrouw, [X], en de man, [Y]. De vrouw heeft op 17 december 2020 een verzoek tot echtscheiding ingediend, met nevenvoorzieningen, waaronder de verdeling van zorg- en opvoedingstaken over de kinderen, kinderalimentatie en partneralimentatie. De man heeft ook zelfstandig verzocht om echtscheiding en heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vrouw. Tijdens de zitting op 17 maart 2022 heeft de vrouw aangegeven te overwegen haar verzoek in te trekken, maar de rechtbank heeft vastgesteld dat de man ook om echtscheiding heeft verzocht. De rechtbank heeft beide partijen een termijn van 8 weken gegeven om zich hierover te beraden. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat de echtscheiding wordt uitgesproken, en heeft de hoofdverblijfplaats van de kinderen vastgesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de man € 216,- per maand aan kinderalimentatie moet betalen voor de kinderen die bij de vrouw verblijven, en dat hij € 1.063,- bruto per maand aan partneralimentatie moet betalen. Daarnaast is de verdeling van de eenvoudige gemeenschap, bestaande uit de echtelijke woning, vastgesteld. De rechtbank heeft bepaald dat de waarde van de woning door een NVM-makelaar moet worden getaxeerd en dat de vrouw de mogelijkheid krijgt om de woning over te nemen. Indien dit niet mogelijk is, zal de woning worden verkocht. De rechtbank heeft ook de verzoeken van de vrouw om informatie over de financiële situatie van de man en de benoeming van een Register Valuator afgewezen, omdat de vrouw niet voldoende onderbouwd heeft wat haar vorderingen zijn.