Uitspraak
Voorlopige voorzieningen
Beschikking op het op 30 maart 2022 ingekomen verzoek van:
[naam 1] ,
[naam 2] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- het bericht van 6 mei 2022, met bijlage, van de zijde van de vrouw.
Verzoek en verweer
- een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige kinderalimentatie van € 2.361,- per maand wordt vastgesteld voor beide kinderen, met ingang van 1 oktober 2021, telkens bij vooruitbetaling te voldoen en waarbij de man eveneens de schoolkosten en de kosten voor Nederlandse les van [voornaam minderjarige] voor zijn rekening dient te nemen;
- een door de man aan de vrouw te betalen voorlopige partneralimentatie van
- de man aan de vrouw binnen twee dagen na betekening van de beschikking beschikbaar zal stellen de goederen die zijn opgeslagen in de opslag die tot het dagelijks gebruik van de vrouw en de kinderen behoren, alsmede de goederen van de nanny, waarbij de kosten voor de opslag – in ieder geval tot het moment waarop de vrouw door de man in staat wordt gesteld een passende woning voor haar en de kinderen te huren waarin ruimte is voor de spullen – voor rekening van de man komen,
Beoordeling
€ 9.087,- netto per maand. De rechtbank heeft bij de berekening van dit bedrag rekening gehouden met de wisselkoers op de datum van de beschikking, te weten 30 mei 2022.
- de hypotheekrente;
- de premie levensverzekering;
- de aflossing op de schuld bij DUO;
- de kosten voor de auto;
- de schoolkosten van [voornaam minderjarige] ;
- gas, water en licht;
- boodschappen;
- kleding en schoenen;
- tandarts;
- mobiele telefoon;
- televisie, internet en vaste telefoon;
- huishoudelijke hulp;
- uitstapjes.
Beslissing
medeverzorgt en opvoedt)van € 1.004,- per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;