ECLI:NL:RBDHA:2022:7230
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie naar Frankrijk en wijziging judoles in kort geding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die samen de ouders zijn van een minderjarige. De man heeft een verzoek ingediend om vervangende toestemming te krijgen om met hun kind naar Frankrijk te reizen tijdens de zomervakantie. De vrouw, die het eenhoofdig ouderlijk gezag heeft, weigert toestemming te geven, omdat zij vreest dat de man opnieuw in de problemen zal komen in Frankrijk. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er feiten zijn die zich tegen de vakantie verzetten. De man heeft ook verzocht om de afgifte van het paspoort van de minderjarige, wat eveneens is toegewezen.
Daarnaast heeft de vrouw in reconventie verzocht om toestemming om de judoles van de minderjarige te wijzigen van vrijdag naar maandag, omdat de huidige regeling problemen oplevert met haar werk. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw geen toestemming van de man nodig heeft om deze wijziging door te voeren, aangezien zij het eenhoofdig gezag heeft. De vorderingen van de vrouw zijn afgewezen, terwijl de vorderingen van de man zijn toegewezen. De kosten van de procedure worden door beide partijen zelf gedragen.