ECLI:NL:RBDHA:2022:7230

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 mei 2022
Publicatiedatum
20 juli 2022
Zaaknummer
C-09-626877-KG ZA 22-264
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie naar Frankrijk en wijziging judoles in kort geding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, gaat het om een kort geding tussen een man en een vrouw die samen de ouders zijn van een minderjarige. De man heeft een verzoek ingediend om vervangende toestemming te krijgen om met hun kind naar Frankrijk te reizen tijdens de zomervakantie. De vrouw, die het eenhoofdig ouderlijk gezag heeft, weigert toestemming te geven, omdat zij vreest dat de man opnieuw in de problemen zal komen in Frankrijk. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw niet voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er feiten zijn die zich tegen de vakantie verzetten. De man heeft ook verzocht om de afgifte van het paspoort van de minderjarige, wat eveneens is toegewezen.

Daarnaast heeft de vrouw in reconventie verzocht om toestemming om de judoles van de minderjarige te wijzigen van vrijdag naar maandag, omdat de huidige regeling problemen oplevert met haar werk. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vrouw geen toestemming van de man nodig heeft om deze wijziging door te voeren, aangezien zij het eenhoofdig gezag heeft. De vorderingen van de vrouw zijn afgewezen, terwijl de vorderingen van de man zijn toegewezen. De kosten van de procedure worden door beide partijen zelf gedragen.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/626877 / KG ZA 22/264
Vonnis in kort geding van 27 mei 2022
in de zaak van
[de man]te [plaats 1],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. C.M. Emeis te Den Haag,
tegen:
[de vrouw]te [plaats 2],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. C.H. Remmelink te Zoetermeer.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de man’ en ‘de vrouw’.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 1 productie;
- de conclusie van antwoord, tevens houdende een eis in reconventie met 2 producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 mei 2022. Ter zitting is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten in conventie en in reconventie

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
2.1.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad en zijn samen de ouders van de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats 1] (hierna: [de minderjarige]).
2.2.
De vrouw is belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag over [de minderjarige].
2.3.
[de minderjarige] heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de vrouw.
2.4.
De man heeft enige tijd in Frankrijk gewoond. Tijdens zijn verblijf in Frankrijk is de man veroordeeld voor een drugsgerelateerd delict en heeft hij daar een gevangenisstraf uitgezeten. In september 2019 is de man weer naar Nederland teruggekeerd.
2.5.
Bij beschikking van 30 juli 2021 heeft deze rechtbank een omgangsregeling vastgesteld, waarbij – voor zover thans van belang – is bepaald dat [de minderjarige] eenmaal in de veertien dagen van vrijdag 14.30 uur tot zondag 18.00 uur en in de tussenliggende weken op vrijdag na school tot 19.00 uur bij de man zal verblijven. Tevens is bepaald dat [de minderjarige] gedurende de zomervakantie een week bij de man zal zijn.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

in conventie
3.1.
De man vordert, na wijziging van eis, zakelijk weergegeven:
I. De man vervangende toestemming te verlenen om met [de minderjarige] naar Frankrijk te reizen en daar te verblijven in een nader te bepalen periode van zeven dagen in de zomervakantie (tussen 1 juli en 31 augustus) van het jaar 2022;
II. De vrouw te gelasten om het paspoort of de identiteitskaart van [de minderjarige] uiterlijk drie dagen voor de nader te bepalen vertrekdatum in juli/augustus 2022 aan de man af te geven.
3.2.
Daartoe voert de man – samengevat – het volgende aan. De man wil met [de minderjarige] gedurende de zomervakantie een week naar Frankrijk. De vrouw weigert echter daarvoor toestemming te geven. Dat de vrouw is belast met het eenhoofdig gezag maakt nog niet dat zij in elke kwestie vrijelijk kan beslissen. De vrouw dient het belang van het kind voorop te stellen en dient ook rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van de andere ouder. Overleg met de vrouw heeft tot niets geleid, derhalve heeft de man belang bij de gevorderde voorzieningen.
3.3.
De vrouw voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
in reconventie
3.4.
De vrouw vordert, zakelijk weergegeven:
I. De vrouw vervangende toestemming te verlenen, die de toestemming van de man vervangt, om de judoles te wijzigen van de vrijdag naar de maandag;
II. De man te gelasten alvorens [de minderjarige] op een sport te doen eerst overleg te voeren met de vrouw, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
III. Te bepalen dat [de minderjarige] bij de man verblijft van zondag 14 augustus 2022 15.00 uur tot zondag 21 augustus 2022 15.00 uur.
3.5.
Daartoe voert de vrouw – samengevat – het volgende aan. De man heeft zonder eerst met de vrouw te overleggen [de minderjarige] aangemeld voor judoles op de vrijdag. Nu deze judoles op hetzelfde tijdstip eindigt als de omgangsregeling, namelijk 19.00 uur, betekent dit dat [de minderjarige] niet tijdig thuis kan worden gebracht. Daarbij komt dat de vrouw op vrijdagavond werkt en om 19:30 op haar werk moet zijn. Door het niet tijdig terugbrengen van [de minderjarige] ziet de vrouw hem niet meer voordat zij naar haar werk gaat en [de minderjarige] naar bed gaat. Dit heeft een enorme weerslag op [de minderjarige]. Bovendien heeft [de minderjarige] dan ook nog niet gegeten, hetgeen de vrouw niet wenselijk acht voor iemand van zijn leeftijd. De vrouw heeft uitgezocht dat dezelfde judoles ook op maandag wordt aangeboden op een meer schikkelijk tijdstip en heeft in dat verband aan de man voorgesteld om van lesmoment te wisselen. De vrouw begrijpt dat de man graag zorgt draagt voor de judoles en zodoende heeft zij de man tevens voorgesteld om de omgangsregeling te wijzigen van de vrijdag naar de maandag. De man heeft het wijzigingsvoorstel echter van de hand gewezen.
3.6.
De man voert verweer, dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.

4.De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie

in conventie
Vervangende toestemming vakantie Frankrijk
4.1.
Ter zake van de vervangende toestemming geldt het volgende. Uitgangspunt is dat een vakantie met een van de ouders in beginsel in het belang van [de minderjarige] moet worden geacht, tenzij voldoende blijkt van feiten en omstandigheden die zich tegen deze vakantie verzetten. Partijen verschillen van mening of de vakantie in Frankrijk kan plaatsvinden.
4.2.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de vrouw niet voldoende aannemelijk gemaakt dat zich feiten en omstandigheden voordoen die zich tegen de vakantie in Frankrijk verzetten. De vrouw heeft aangevoerd dat zij bang is dat de man tijdens de vakantie opnieuw zal worden gearresteerd, nu zij van de man heeft vernomen dat hij ruim twee jaar in Frankrijk in detentie heeft gezeten en na afloop ongewenst is verklaard en in dat verband het land is uitgezet. Dat de man ongewenst is verklaard, is tegenover de gemotiveerde betwisting ervan door de man onvoldoende aannemelijk geworden, zodat aan dit verweer wordt voorbij gegaan.
4.3.
Tevens geldt dat de vrouw, tegenover de betwisting door de man, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de man zich in Frankrijk bezig houdt met criminele activiteiten. Dat [de minderjarige] bij de man thuis een zakje met verdovende middelen heeft gevonden, nog daargelaten of de middelen aan de man toebehoorde, maakt het voorgaande naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet anders. Een en ander leidt tot de slotsom dat de gevorderde vervangende toestemming, in het belang van [de minderjarige], zal worden toegewezen. Partijen zijn tijdens de mondelinge behandeling overgekomen dat [de minderjarige] in de periode van 14 augustus 2022, 15.00 uur, tot 21 augustus 2022, 15.00 uur bij de man zal zijn. Daarin ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de vervangende toestemming te beperken tot deze periode, zoals hierna onder de beslissing wordt vermeld.
Afgifte paspoort of identiteitskaart [de minderjarige]
4.4.
Nu de vervangende toestemming voor de vakantie naar Frankrijk zal worden toegewezen en vast staat dat [de minderjarige] daarvoor over een paspoort of identiteitskaart moet beschikken en de vrouw hier geen zelfstandig verweer tegen heeft gevoerd, zal de vordering tot afgifte van het paspoort of de identiteitskaart van [de minderjarige], in het belang van [de minderjarige], eveneens worden toegewezen.
in reconventie
Judoles en overleg sportlessen
4.5.
De vrouw vordert haar vervangende toestemming te verlenen om de judoles te wijzigen van de vrijdag naar de maandag, nu [de minderjarige] vanwege het tijdstip waarop de judoles is afgelopen niet tijdig thuis kan worden gebracht en de vrouw hem niet meer kan zien voordat zij naar haar werk gaat en [de minderjarige] naar bed gaat. De man heeft aangevoerd dat hij het wijzigen van de regeling vanwege voornoemde reden onevenredig vindt, nu het slechts gaat om een korte periode waarin de vrouw [de minderjarige] kan zien. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de vrouw geen belang meer bij deze vordering, nu zij is belast met het eenhoofdig ouderlijk gezag over [de minderjarige]. Zij heeft aldus niet de toestemming van de man nodig om de judoles te wijzigen van de vrijdag naar de maandag. Het voornoemde geldt ook voor de vordering van de vrouw de man te gelasten eerst overleg te voeren met haar alvorens [de minderjarige] op een sport te doen. Het voorgaande brengt mee dat de voornoemde vorderingen zullen worden afgewezen.
Vakantieperiode
4.6.
Zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.3. al is overwogen hebben partijen ter zitting overeenstemming bereikt over de vakantieperiode. De vordering wordt daarom dienovereenkomstig toegewezen.
Proceskosten in conventie en in reconventie
4.7.
In de familierechtelijke aard van dit geschil wordt aanleiding gevonden te bepalen dat iedere partij (zowel in conventie als in reconventie) de eigen proceskosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie
5.1.
verleent aan de man toestemming, die de toestemming van de vrouw vervangt, om van 14 augustus 2022 15.00 uur tot 21 augustus 2022 15.00 uur met [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats 1], naar Frankrijk te reizen;
5.2.
gelast de vrouw om uiterlijk drie dagen voor 14 augustus 2022 het paspoort of de identiteitskaart van [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [plaats 1], aan de man af te geven;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie
5.6.
bepaalt dat [de minderjarige] bij de man verblijft van zondag 14 augustus 2022 15.00 uur tot zondag 21 augustus 2022 15.00 uur;
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.8.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.W. de Wit en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2022.
tvds